Als er een vaccin was tegen pesten, zou je je kind dan laten inenten?

Als er een vaccin was tegen pesten, zou je je kind dan laten inenten?

Inenten, wel of niet?

Afgelopen maandag was mijn dochter opgeroepen voor de 9e jaars prik van de GGD. Het mupke zag er erg tegen op en de laatste week als ze wakker werd was het eerste wat ze zei: doet die prik erg pijn? Moet dat echt? Ik ben bang… Ik ben me er als moeder van bewust dat er een discussie gaande is over de winst van inenten tegenover de risico’s er van. Voor beide kanten is wat te zeggen. Wij hebben destijds gekozen voor dat vaccinatieprogramma omdat het voorkomt dat je kind zelf kinderziektes krijgt die nare complicaties kunnen hebben, of dat het die doorgeeft aan andere kinderen. Een prik doet even pijn en is niet fijn. Maar voor ons is het resultaat dat waard.

Stel nou dat er een vaccin zou zijn tegen buitengesloten of gepest worden op school. Dat als je kind die prik zou gaan halen, dat het dan nooit meer buitengesloten of gepest zou worden, zou je daar dan voor gaan? Ik denk dat ik daar als meisje van negen meteen voor getekend had als ik de keuze had gehad. Omdat het zo afschuwelijk voelt als je er niet bij hoort en je geen idee hebt wat je verkeerd doet. Als je op de een of andere manier een magneet lijkt te zijn om gepest te worden, en dat iedereen ziet dat er met jou iets mis is. Getver. Nooit meer. Als moeder is dat een no brainer. Daar hoef je niet over na te denken. Als je je kind maar zou kunnen beschermen?!

Waarom pesten kinderen?

Maar… op de een of andere manier is het al sinds mensenheugenis zo dat buitensluiten en pesten groepsreacties zijn als er gevaar dreigt. Ze hebben een belangrijke signaalfunctie. En in omgaan met gevaar lijken mensen behoorlijk op kuddedieren. De formatie van kuddedieren is afgestemd op het beschermen van de zwakkere dieren. De buitenrand van de kudde wordt altijd gevormd door sterke dieren die een aanval kunnen afslaan. De kudde is sterk als iedereen zijn vaste plek heeft: een duidelijke ordening met een leider en volgers. Als door een aanval van buiten een van de sterke dieren gedood wordt, neemt een van de zwakkere dieren zijn plek in zodat de kudde door kan.

“Gevaar” is bij mensen niet altijd even gemakkelijk te zien. Als jij als enig kind in de klas rood haar, flaporen of eczeem hebt, of stottert, slist, of een afwijkende huidskleur of kleding, afkomst of een ander kenmerk hebt dan zou dat een bliksemafleider kunnen worden omdat je afwijkt van de norm. Dan is er iets aanwijsbaar. En om bij een groep te kunnen horen helpt het als we allemaal hetzelfde zijn. Maar als kind had ik zulke kenmerken niet. Ik zag er normaal uit en was toch geen gevaar voor anderen? Zij waren eerder een gevaar voor mij! Pas veel later ben ik gaan ontdekken wat er voor andere kinderen waarschijnlijk gevaarlijk was aan mij, ook al was dat niet te zien aan de buitenkant.

Een kind doet er alles aan om zijn ouders gelukkig te maken

Het gezin waar ik uit kom was aan de buitenkant een normaal gezin. Vader, moeder, ik en broertje. Mijn ouders hielden van elkaar. Ze hielden van ons en hadden naar onze komst uitgezien. Vader werkte, moeder zorgde voor de kinderen. Mijn vader was een man die graag was gaan studeren, iets met muziek. Helaas voor hem moest hij al jong gaan werken omdat zijn ouders het niet breed hadden. Hij kwam terecht in een middelmatige kantoorbaan waar hij niet gelukkig was. Hij was ook erg gelovig en zei wel eens dat als hij mijn moeder niet ontmoet had, dat hij dan het klooster in was gegaan. Als leider van onze gezinskudde schikte hij in zijn lot omwille van het voortbestaan van de kudde, maar hij is nooit gelukkig geworden. Hij was er wel, maar zijn ziel was afwezig, ver weg. Op plekken waar zijn verlangen hem heen voerde.

Mijn moeder had altijd van een groot gezin gedroomd met een leuke vader die op zondag spelletjes deed met de kinderen. Dat deed mijn vader niet. Zij probeerde hem te compenseren. Haar eigen verwachtingen maakten haar teleurgesteld, en haar zelf gekozen vader-en-moeder-rol frustreerde haar regelmatig, ook al dacht ze dat ze dat niet aan ons liet zien. Als kind ben ik me altijd heel erg bewust geweest van deze gegevens. Ik wilde dat mijn vader trots op me was en deed daarom altijd goed mijn best op school, zodat hij me zou zien: als hij trots op mij kon zijn zou hij zich vast beter gaan voelen. Naar mijn moeder gedroeg ik mij zo zelfstandig mogelijk zodat zij zich niet zo gefrustreerd hoefde te voelen als ze voor mij zorgde. De rollen stonden bij ons compleet op zijn kop. Ik was het “zwakkere dier” dat op de plek van een “sterk dier” terechtkwam zodat ons gezin kon blijven functioneren. In plaats van dat mijn ouders voor mij zorgden, zorgde ik voor hen – een illusie van een 9 jarig meisje.

Hoe kan ik voorkomen dat mijn kind gepest wordt?

Terug naar wat er in de klas, op school, “gevaarlijk” was aan mij. Op school moeten kinderen relaties aangaan. Ze moeten samenwerken, opkomen voor zichzelf, zorg dragen voor elkaar. Om dat te kunnen moet een kind stevig op zijn benen staan, zich bewust zijn van zijn eigen kunnen en vertrouwen hebben in zichzelf. Ik kon dat niet. Ik had dat niet. Ik had innerlijk mijn handen vol aan de situatie thuis waar ik me staande probeerde te houden als de grote volwassene. Ik kon niet zomaar klein worden en gaan spelen, ik wíst niet eens hoe ik kon spelen. Ik voelde me zwaar en voelde zwaar aan voor anderen. Ik begreep het ook zelf niet. Het maakte mij anders, vreemd, zowel in hun ogen als in mijn eigen ogen. Ik was er wel, maar ik was er ook niet. En voor de klassekudde was dat gevaarlijk, het riep onveiligheid op: ik was als een “gat” in de formatie. En wat doen kuddes als ze zich niet veilig of ongemakkelijk voelen? Ze herstellen de veiligheid door het gat op te vullen en het onveilige buiten te sluiten. En zo werd ik tegen wil en dank een pestmagneet.

Als mijn ouders destijds hadden kunnen zien, als ze hadden kunnen kijken naar wat ik aan het doen was… dan hadden ze kunnen ontdekken dat ik zo druk bezig was om hen te helpen dat ik mezelf niet meer kon helpen. Dan hadden zij kunnen ontdekken dat ze veel meer controle hadden over de situatie dan ze zelf dachten. Dan hadden ze hun eigen deel kunnen nemen zodat ik mijn handen vrij had om vriendjes te maken en van me af te bijten als dat nodig was. Let op: dit is geen verwijt. Dit is hoe het werkt met kinderen. Kinderen doen er alles aan om het voor hun ouders gemakkelijker te maken en betalen daarvoor soms een hoge prijs, en dat doen ze met liefde.

Als je je daar als ouder niet van bewust bent dan weet je niet beter. Dan zou het heel aantrekkelijk zijn als je je kind een anti pest prik kon geven waarmee je op voorhand van alles af bent. Maar dan herhaalt het patroon zich eigenlijk: dat wat vreemd, raar of akelig is mag er niet bij horen. Als je wel beter weet kun je ook op zoek gaan naar dat wat er in het gedrag van je kind verborgen ligt als het gepest of buitengesloten wordt. Voor wie of wat in de familie is je kind mogelijk hard aan het werk? Welke positie neem jij als ouder zelf in? Wie is de grote? Wie is de kleine?

Ouder-Kind training Je Kind op zijn Plek

Antwoorden op deze vragen maken we zichtbaar in de ouder-kind-training Je Kind op zijn Plek. Je leert wat je kunt doen om de basis voor je kind te verstevigen zodat het op school zijn of haar mannetje kan staan. Bovendien ontdek je in deze training als moeder hoe je je kind kunt helpen om weer ontspannen en zelfverzekerd naar school te gaan. En hoe je je kind kunt helpen om voor zichzelf op te komen. Ben jij er ook klaar mee dat je kind elke dag met buikpijn naar school gaat en wil je je kind weer gelukkig zien? Meld je dan vandaag nog aan: https://jekindopzijnplek.nl/aanbod/

Heb ik je met dit blogbericht geprikkeld? Had je het zo nog nooit bekeken en was er een AHA-moment? Herken je jezelf of je kind in dit verhaal? Hoe verklaar jij het gedrag van je kind? Of is dit voor jou een ver van mijn bed show? Wil je het hieronder met me delen?

Tenslotte; wil je graag meer waardevolle tips ontvangen die écht werken? Ontvang ze gratis en zonder er iets voor te hoeven doen in je mailbox. Schrijf je in voor mijn E-Book en laat je naam en emailadres achter.

Me Too

Me Too

Als ik mensen vertel dat ik werk met moeders en kinderen die op school gepest worden of buiten de groep staan krijg ik vaak reacties als “wat goed dat je dat doet!” of  “dat zal wel hard nodig zijn!” Een kennis vertelde dat haar man op zijn werk al jaren gepest wordt en dat dat heel naar is. Dat hij eigenlijk van kinds af te maken heeft met pesten en uitsluiting – terwijl ik hem ken als een aardige, bevlogen man en toegewijde vader, niks mis mee.  Een vriendin zei: “ik maak van dichtbij mee wat een impact vroeger gepest worden nog heeft op mijn man nu.” Een juf van school zei: “ik weet hoe erg het is, mijn broer is vroeger enorm gepest en er was destijds niemand die hem hielp”.

Iedereen kent wel iemand die ervaring heeft met gepest worden. Ofwel ze zijn zelf ooit het mikpunt geweest of ze hebben gezien dat een ander de pineut was. Overigens blijkt het getuige zijn van agressie vergelijkbaar traumatisch te zijn met het zelf ondergaan. Iedereen voelt dat er een onzichtbare grens geschonden wordt en dat er onrecht plaatsvindt. Het tast je gevoel van veiligheid aan en dat geeft voor iedereen spanning. En dat is niet fijn. We willen ons fijn voelen.

Zelfs voor daders durf ik te zeggen dat die zich niet veilig voelen – want: waarvoor is het een oplossing dat kinderen die pesten het nodig hebben om zich groter te maken dan ze zijn? In een groep waar iedereen zijn plek heeft en zich waardevol voelt hoef je je niet groter te maken dan je bent. Er zit een behoefte achter. Wat ontbreekt er in de groep? Wat moet opgevuld worden? Wat mag er niet zijn bij het kind? Een groep waar niet iedereen zijn plek heeft ervaart onrust. Het voelt niet veilig. En bovendien is het voor pesters gevaarlijk en onveilig als hun gedrag niet gecorrigeerd wordt: het kind voelt geen grens meer en is all over the place. Innerlijk staat het dan ook niet meer op zijn plek en iets in het kind, op een dieper niveau, weet dat het dat ook niet waar kan maken. Dat is angstig.

Een paar weken geleden toen ik het met mijn moeder hierover had zei ze terloops dat het meisje wat in mijn schooltijd een van de ergste pesters was, waar ik heel erg bang voor ben geweest, kort daarvoor haar vader had verloren door zelfmoord. Haar moeder bleef in shock achter met 3 jonge kinderen en moest in haar eentje verder met het leven. Mijn mond viel open…. Dat heb ik nooit geweten, daar is toen nooit over gesproken. Waarom niet? Wat het te pijnlijk? Ik denk nu: was er bij haar thuis ruimte om bang of verdrietig te zijn, haar papa te missen? Was er iemand die oog had voor haar? Of was het zich groot maken voor haar een overlevingsstrategie? Welk effect had de lege plek die haar vader thuis achterliet op haar? Heeft zij zijn plek ingenomen? Kon zij nog onbevangen kind zijn? En hoe was het voor haar om op school geconfronteerd te worden met een meisje wat wél kwetsbaar was en angst uitstraalde (=ik)? Was zij dader of slachtoffer?

Ik heb 15 jaar gewerkt als gedragstrainer bij de reclassering en een van de cliënten die me altijd bij zal blijven – een man met een indrukwekkend strafblad van geweldsdelicten al vanaf zijn jonge jeugd zei ooit tegen me: “iedere dader begint als slachtoffer”. Ik  heb veel voorbeelden meegemaakt die dat bevestigen. Voor mij horen daders en slachtoffers bij elkaar. En er is nog iets: op het moment dat je dader wordt, word je ook slachtoffer. Je hebt iets beschadigd bij een ander en dat verbindt je aan elkaar. In relaties roept schade een behoefte aan herstel op. Ook al voelt een slachtoffer dat vaak harder dan een dader. Maar zo lang het niet hersteld is blijft het in de lucht hangen. Kijk maar naar de Me-Too beweging in de filmwereld en het uitkomen van sexueel misbruik in de kerken. Jaren, decennia lang hebben mensen rondgelopen met schade. En uiteindelijk moet er iets hersteld worden. Het moet erkend worden. Gehoord worden. Onder ogen gezien worden.

De reacties van mensen, die het zo geweldig vinden dat ik iets met kinderen die gepest worden doe, vind ik zelf wel lijken op de ontlading van de “Me Too” beweging. Het is dezelfde gedeelde behoefte om onrecht te herstellen en schade zichtbaar te maken.  Niet door in een slachtofferrol te gaan hangen, maar door over de onmacht, schaamte en verontwaardiging  heen te stappen en je woede om te zetten in daadkracht (“daderschap”) en te gaan staan.

Pesten en buitensluiten zijn altijd ergens een oplossing voor. De echte onderliggende reden vind je alleen door te willen kijken naar welke waarheid aan het licht wil komen. Wat gebeurt er? Wie staat er niet op zijn plek, thuis, in de klas, bij de leraar, op school, bij de pester, en waarom? Wat is nodig om de veiligheid te herstellen? Wat je als ouder kan doen is dat je je kind gaat helpen om het verhaal helemaal op tafel te krijgen. Zeg dat je het heel fijn vindt als hij of zij het vertelt omdat je hem of haar dan kan helpen en je best gaat doen om het te laten ophouden. Wat gebeurde er, wanneer, met wie, hoe reageerde je kind, hoe voelde het zich van te voren en na afloop. Hou eventueel een dagboekje bij. Als je kind het moeilijk vindt om te praten over wat het meemaakt dan kun je gaan “ondertitelen”. In mijn gratis E-Book leg ik uit hoe je dit kunt doen.

In de ouder – kind training “Je Kind op zijn Plek” (www.jekindopzijnplek.nl/aanbod/)  diep ik verder met je uit wat de onderliggende reden kan zijn dat je kind gepest wordt, tot op tafel ligt hoe jij kan zorgen dat je kind zijn plek op school kan ankeren.

Laat je kind altijd weten dat wat er gebeurd is niet zijn of haar schuld is. Door uit te leggen dat er altijd meer aan de hand is als kinderen andere kinderen pesten en dat kinderen die pesten zich waarschijnlijk ook niet fijn voelen als ze eerlijk zijn, maar dat ze vaak ook niet goed weten waarom ze zulke dingen doen. Dat dat moet stoppen en dat ze daar ook hulp bij nodig hebben en dat dat alleen kan als andere mensen er van af weten. Vertel het verhaal ook aan de leerkracht of contactpersoon van school.

En niet onbelangrijk, vertel als moeder ook jouw verhaal. Een verzwegen verhaal is een bron van angst en schaamte. Als het eenmaal verteld wordt kunnen angst en schaamte niet meer overleven. Want er zullen mensen zijn die je ervaringen begrijpen en die je zullen steunen. Waarschijnlijk meer dan je denkt. Want als jij jezelf toestemming geeft om kwetsbaar te zijn, zul je onbewust anderen uitnodigen om hetzelfde te doen.

Heeft dit bericht je nieuwe inzichten gegeven? Ik nodig je uit om het hieronder te delen. Ben je nieuwsgierig geworden en wil je meer weten over hoe je je kind kunt helpen als het op de basisschool gepest of buitengesloten wordt? Schrijf je in op www.jekindopzijnplek.nl/e-book/ en ontvang regelmatig gratis gouden tips in je mailbox.

 

Mama, ben je een loser als je met een loser speelt?

Mama, ben je een loser als je met een loser speelt?

Vorige week kwam mijn dochter van acht jaar, ze zit in groep 5, thuis met de vraag: mama, wat zou jij antwoorden op de vraag of je een loser bent als je met een loser speelt?

Aha dacht ik. Omgaan met groepsdruk. Ik vroeg hoe ze er bij kwam. Het antwoord was: “nou gewoon…”.  En ik vroeg haar: “wat is dan een loser?“ Nou zo iemand met zo’n brilletje en dan dat ie dan zo kijkt.” “En verder, wat doet die dan?” vroeg ik. Zij: “nou dat weet je toch wel, gewoon…”

Het was me duidelijk dat er zich iets afgespeeld had op school. Iets wat ze niet helemaal kon benoemen maar waar ze zich wel scherp van bewust was dát het er was. Dat je er op de ene manier wel bij hoort en op de andere niet. Het gaat over een zintuig,  wat maakt dat als je voor het eerst een groep binnenkomt, dat je binnen een paar seconden ziet bij wie je wel en bij wie je niet op je gemak staat. Welke mensen zwaar aanvoelen en bij welke mensen je energie voelt. Wie er open staan wie zich afsluiten. Waar je zenuwachtig van wordt en waar je je rustig bij voelt. Waar je wel of niet veel van jezelf kan laten zien of dat je een houding aan moet nemen om er te kunnen staan. Wat je vooral wel en wat je vooral niet moet doen in een groep om er bij te horen.

Dat werkt niet alleen zo op school, maar ook op de sportclub, op de camping, en een werkkring, de buurtvereniging, alle plekken waar je je verhoudt tot andere mensen. Ook in je eigen familie. De een geeft je vleugels, bij de ander is er weerstand, de een geeft je grond en bij de ander voel je je bij voorbaat nooit goed genoeg. Bij de een kun je over alles praten, maar met de ander zijn er duidelijk taboes en dan voel je heel veel spanning. Het is onze systemische antenne die er voor zorgt dat we binding blijven hebben met de groep. Het heeft een functie. Want er buiten komen te staan is bedreigend: dan ben je helemaal op jezelf aangewezen. Dat raakt een fundamenteel overlevingsmechanisme. Daardoor kan het buiten een groep staan voor een kind als levensbedreigend aanvoelen. Het roept doodsangst op.

Ik zei tegen mijn dochter: volgens mij betekent het woord loser iemand die stom is, er niet bij hoort, anders is en geen waarde heeft. Ik zag mijn dochter knikken. En ik vroeg haar: denk je dat losers echt bestaan? Dat er kinderen zijn die geen waarde hebben, helemaal stom zijn en daarom niet mee mogen doen? Mijn dochter moest er even over nadenken en zei toen: “nee, dat denk ik niet. Want iedereen is anders en dat is OK”. En toen vroeg ik haar: “wat zou jij dan antwoorden op de vraag, of je een loser bent als je met een loser speelt?”. Haar schouders zakten. Ze glimlachte, en zei opgelucht: nee…

Het was vooral haar opluchting die iets met mij deed. Want het was duidelijk dat ze zich niet comfortabel voelde met het feit dat er blijkbaar onderscheid bestond tussen losers en niet losers. Want wat ben je zelf dan. En wie bepaalt dat. Dat is voor alle kinderen een hele onveilige aanname. En er gebeurt nog iets anders. Namelijk, dat iemand die het etiket “loser” krijgt dat zelf aanneemt omdat er die angst van dat overlevingsmechanisme op zit. Dat is nog iets anders als dat je zelf gaat geloven dat je een loser bent. Ik wist als kind dat ik niet gek was, maar als ik gepest werd kwam ik in een freeze, ik voelde dan ook geen enkele basis meer om voor mezelf op te komen. Ik was “weg”. Ik probeerde nare situaties zo veel mogelijk te vermijden door me onzichtbaar te maken. Zo ging ik me feitelijk dus ook als een loser gedragen, ik deed niks.

Wat kun je doen als je merkt dat jouw kind het etiket van een loser aanneemt? Laat je kind allereerst veiligheid voelen. Fysiek, masseer de spanning uit zijn of haar spieren. In mijn E-Book staan daarvoor een paar suggesties: https://jekindopzijnplek.nl/e-book/ .

Doe daarna krachtspelletjes, zodat het zijn eigen kracht gaat voelen. Een voorbeeld van een krachtspelletje is “het tijgertapijt”: laat je kind op de buik de grond gaan liggen met de armen en benen uitgestrekt als een sterretje. Laat het zich sterk maken terwijl jij je kind om probeert te draaien (wat dan niet lukt). Daarna probeer je het als het op de rug ligt. En als laatste ga je zelf zo liggen en laat je je kind jou omdraaien. Dat is hard werken. Op deze manier help je je kind bij zijn oerkracht te komen. Die heeft hij of zij nodig om terug in contact te komen met zichzelf.

Een kind met lichaamsbewustzijn kent zijn kracht en voelt dat het geen loser is, zodat je hem of haar daar ook niet meer van hoeft te gaan overtuigen. Stap een is de illusie van de loser te doorbreken door je kind te laten voélen dat het sterk is, meetelt en zijn mannetje staat. De volgende stap is dat je gaat kijken hoe je de school in kan schakelen om veiligheid in de groep te borgen, en hoe je je kind kunt helpen met wat hij in pestsituaties kan zeggen of doen. Daarover weer meer in mijn volgende berichten.

Ik ben benieuwd of dit bericht je inzicht heeft gegeven. Ik ben benieuwd! Zo ja, wil je dat hieronder met me delen? En zo nee, dan hoor ik graag waarom je dit bericht toch bent gaan lezen en wat je graag had willen weten.

In de individuele ouder-kind training Je Kind op zijn Plek leer ik je nog veel meer manieren waarop je de basisveiligheid en het zelfvertrouwen van je kind kunt ankeren met speelse oefeningen. Ook leer je hoe je je kind als het gepest of buitengesloten wordt helpt om zich te uiten en voor zichzelf op te komen. En ten derde is zichtbaar geworden wat je als ouder in het gezin nog meer kan doen om je kind te helpen zijn plek op school in te nemen. Wil jij jouw kind ook op zijn plek hebben meld je dan hier aan: https://jekindopzijnplek.nl/aanbod/

Fijne dag!

Zonder woorden alles zeggen

Zonder woorden alles zeggen

Vanochtend had ik op school na het wegbrengen van mijn dochter even een gesprekje van mama’s onder elkaar, over de dingen van de dag. De mama vertelde dat haar dochter soms moeite heeft om haar emoties goed te reguleren. Dat ze soms maar door dendert in alles wat ze doet. Niet omdat het moet, maar de schat heeft thuis een vader die terminaal ziek is waar ze altijd rekening mee moet houden. Haar vulkaantje zit -heel begrijpelijk- soms vol en dan barst ze uit. In de klas weten de kinderen dit en is er gelukkig(!) veel begrip voor haar.

Maar zelf heeft ze ook last van haar eigen onrust. De mama vertelde dat het meisje vorige week in de klas weer zo’n moment had. Ze zei dat een klasgenootje toen even langs was gelopen en haar even zachtjes over haar rug geaaid had. Zonder woorden. Mam, had haar dochter gezegd, het was net alsof Yara dat wist, dat ik dat nodig had. En daar word ik zo rustig van.

Wauw… dacht ik. Een klein gebaar is zo veelzeggend. Even aangeraakt worden zodat je voelt: het is ok, ik zie je, je bent belangrijk, het komt goed. Fantastisch als kinderen dit uit zichzelf kunnen en durven naar elkaar. Op de school van mijn dochter wordt dat gelukkig ook echt gestimuleerd. Dat is ook de reden dat we destijds voor deze school gekozen hebben.

Maar ik weet dat het er op veel plekken helaas anders aan toe gaat. Dat kinderen zich niet gezien voelen in hun onrust. Dat er niemand is die even langs loopt om hen met een schouderklopje of een aai gerust te stellen. Zo gek eigenlijk. Als baby’s geboren worden stellen we ze gerust door ze liefdevol vast te pakken, te strelen en te wiegen. We tillen een kind op als het valt en nemen het op de arm. Aangeraakt worden is een van de eerste manieren waarop een kind zich bewust wordt van zichzelf. Het voelt wat het fijn vindt en wat niet. Als ouders daar goed op in spelen leert het wat het moet doen om “lekker in zijn vel te zitten”. Het ontwikkelt zelfvertrouwen en vertrouwen in andere mensen.

Lichaamstaal zegt zo veel, meer dan woorden. Juist als er even geen woorden zijn. Ook als het ontbreekt zegt het veel. Mijn moeder zei altijd dat ik geen “knuffelkind” was. Ik kan me ook niet herinneren dat er bij ons thuis veel geknuffeld werd. Ik weet wel dat ik me soms voelde opgloeien als iemand me per ongeluk aanraakte, zo bijzonder vond ik dat. Alsof ik even veel lichter werd. Ik voelde op zo’n plek dan de rest van de dag mijn hart kloppen. Pas toen ik volwassen was heb ik ontdekt hoe ik geniet van knuffels, of het nu is om ze te krijgen of te geven. Dat ik geen knuffelkind was zegt achteraf meer over mijn ouders, de tijd waar zij uit kwamen en hun achtergrond als over mij. Maar als kind voelde het feit dat ik ze niet kreeg als een gevolg van iets wat met mij te maken had, een onvolwaardig zijn.

Kinderen bouwen zelfvertrouwen op door vertrouwen te hebben in hun eigen lijf. En door te voelen dat het fijn is om er te zijn, en in je lijf te zitten. Kinderen die niet goed afgestemd zijn op hun lijf ervaren zichzelf ook als zodanig; en hebben weinig tools om zich prettig en weerbaar te voelen. En een huis wat niet bewoond is is ook een gemakkelijke prooi voor inbrekers. Goed in je lijf zitten is de basis waar alles begint.

Hoe zou het zijn als kinderen in de klas van jouw kind met elkaar om zouden gaan als de meisjes uit deze klas? Als zij elkaar zo helpen groeien in wie ze zijn als mens? Zou je je kind dat niet enorm gunnen? En jij, hoe gaat het bij jullie thuis? Gebruik jij wel eens lichaamstaal om je kind te laten weten dat je het ziet? Juist op moeilijke momenten als je kind gespannen of bang is? En gewoon “tussendoor”, bij het wekken, tijdens het haren borstelen, als je op de bank zit? Als je het zelf niet meer weet, laat je lichaamstaal het woord voeren? Hoe laat je je kind voelen dat het belangrijk voor je is?

Ik ben heel benieuwd. Heeft dit bericht je nieuwe inzichten gegeven? Of was het niet nieuw voor je? Wil je het hieronder met me delen?

Wil je weten wat jij nog meer kunt doen om je kind te helpen als het op school moeite heeft om er bij te horen? Ben je klaar voor meer waardevolle tips die écht werken? Ontvang ze gratis en zonder er iets voor te hoeven doen elke week in je mailbox.

En ben je klaar voor nog meer, voor actie en wil je weten hoe je meteen aan de slag kunt? Op vrijdag 12 oktober van 9.30 tot 11.30 geef ik de workshop “Van Toekijken naar Verschil Maken”, waarin ik je laat zien hoe je je kind in 5 stappen kan helpen om weer relaxed en met zelfvertrouwen naar school te gaan. De investering is 15 euro. Kan je niet wachten om te beginnen? Klik dan hier en meld je aan: https://jekindopzijnplek.nl/workshop/

Fijne dag!

Children are great imitators.. so give them something great to imitate!

Children are great imitators.. so give them something great to imitate!

Toen mijn dochter zonder zijwieltjes kon fietsen hebben we haar geleerd om in het verkeer te fietsen. Daarbij hoorde ook de uitleg dat je moet stoppen voor rood licht en mag rijden als het groen is. Zo duidelijk als wat.

Nu wil het geval dat ik zelf wel eens met de fiets door rood rijd als ik haast heb en als ik het kruispunt goed ken. En wat is dan haast, alles is natuurlijk relatief maar toch. Ik ben geen heilige. Mijn dochter had al snel door dat er iets niet klopte want mama, je mag toch niet door rood rijden. Uhm… nee schat dat klopt maar… en dan kwam ik met een uitleg waarvan ik wíst: nu leer ik haar dus dat het ok is om de regels te ontduiken als zij vindt dat ze die naar je hand kan zetten. Foute boel. Eigenlijk. Dat loste ik op door te zeggen: ook al rijdt mama af en toe door rood, als jij straks zelf naar school gaat fietsen moet je beloven dat jij wel netjes gaat stoppen want ik wil niet dat jij straks onder een auto komt, dat zou zonde zijn. Au.

Vanaf dat moment ging ik er beter op letten en probeerde ik bewust zen en mindfull te blijven als ik een rood licht tegenkwam. En dat voelde best goed. Het voelde haast alsof ik een stap naar verlichting had gezet. Totdat er weer een keer een moment kwam dat het allemaal minder handig uitkwam en ik met mijn dochter achterop te laat naar de zwemles vertrok. Het gebeurde in zekere zin zonder dat ik er erg in had en voor ik het wist was ik het kruispunt overgestoken zonder op groen te wachten….

Mama! Je reed door rood. Wanneer ga jij het nou eens leren? Je moet stoppen voor rood! Toen mompelde ik schuldbewust dat strafregels misschien wel een goed idee waren. Mijn dochter glunderde. OK. Mama, als je thuiskomt moet je tien keer opschrijven: ik mag niet door rood rijden.

Zo gezegd zo gedaan. En ik moet zeggen, sindsdien is het net alsof er een onzichtbare kracht me tegenhoudt als ik een rood licht nader. Het heeft gewerkt. Het kostte wat, maar dan heb je ook wat.  Vandaag moest ik er, wachtend voor het rode licht op weg naar het zwembad, weer aan denken. Hoe vaak willen we niet dat onze kinderen de dingen goed doen, terwijl we ons zelf daar ook niet altijd aan houden; opruimen, snoepen, aan tafel eten, beeldschermtijd, op tijd naar bed… ik noem maar wat.

En hoe leren we onze kinderen om te gaan met prikkels, agressie, uitgedaagd worden? Als ik vroeger thuis vertelde dat ik op school lastig gevallen werd door andere kinderen dan gaven ze altijd als advies: trek je er maar niks van aan, jij bent veel slimmer dan zij, laat het van je afglijden. Hartstikke lief bedoeld en zeer zeker gemeend! Maar mijn moeder was zelf juist iemand die zich de mening van anderen ontzettend aantrok, zeker als anderen naar of onrespectvol naar haar waren geweest. Ik voelde aan alles hoe gemakkelijk ze uit evenwicht raakte als haar onrecht werd aangedaan. Het advies landde dan ook niet bij mij, ik had er niks aan. Wat ze me liet zien was juist het tegenovergestelde: trek het je wel aan.

Je kunt je kind pas helpen met het omgaan met conflictsituaties als je zelf weet hoe je zulke conflicten op kan lossen. Zo lang dat niet het geval is, zal je kind haarfijn aanvoelen dat je zelf geen voorbeeld geeft. Children are great imitators, so give them something great to imitate.

Herken je dit? Hoe ga je zelf om met conflictsituaties? Sta jij je mannetje als het nodig is? Wat merkt je kind daarvan? Of vind je het zelf wel eens lastig om je grens te stellen? Are you giving something great to imitate?

Heeft dit stuk je nieuwe inzichten gegeven? Of is het niet nieuw onder jouw zon? Dan ben ik ook benieuwd. Wil je het hieronder delen?

Kun jij hulp gebruiken om je kind beter te leren omgaan met conflictsituaties? Ben je klaar voor meer waardevolle tips die écht werken? Ontvang ze gratis en zonder er iets voor te hoeven doen in je mailbox. Laat hier je naam en emailadres achter.