Twee weken geleden was er de WEEK TEGEN PESTEN. Op social media zag je veel bekende en onbekende mensen verklaren dat zij TEGEN pesten zijn. Uit verontwaardiging, compassie, idealisme… het zijn allemaal mooie intenties. Door zichzelf zo te laten zien maken ze een statement en betuigen ze steun tegen iets naars en dat is mooi. Maar. Als iets niet mag, wordt het juist spannend.  Een kind wat niet aan de hete kachel mag komen of zijn broertje of zusje niet mag uitdagen, wat gaat het vaak juist doen? Voor ons grote mensen is het niet anders. Als we weten dat we niet te laat naar bed moeten gaan, niet te veel moeten snoepen, niet zoveel tijd met onze smartphone bezig moeten zijn..? Wat doen we?

Dat komt heel eenvoudig omdat onze hersens het woord NIET niet kennen. We kunnen niet iets NIET leren. Alles waar je aandacht op richt groeit, ook als dat negatieve aandacht is. Als ik NIET tegen dat paaltje aan wil komen met de auto, dan gaat alle aandacht naar: het paaltje waar ik tegen aan kan komen met de auto. Dat wordt dan een ding en dan lijkt het wel of je het niet meer kunt missen… Ik en mijn portemonnee spreken helaas uit ervaring 😉 Nog zo een; ik heb een collega. Die collega is kaal, en heeft op zijn hoofd een bobbel zitten ter grootte van een grote bolder. Je kunt er niet omheen dat dat ding daar zit. Je kunt hem niet NIET zien. Maar het is nogal onbeleefd om daar in gesprek de hele tijd naar te kijken, dus zeg ik tegen mezelf: niet kijken, niet kijken!  Maar hoe harder ik niet mag kijken, hoe meer mijn ogen een eigen leven lijken te leiden… Herkenbaar?

Iets leren of veranderen houdt niet in dat je ophoudt met iets wat verkeerd is, maar dat je je aandacht richt op wat je juist in plaats daarvan, en béter kan doen. Een kind wat in zijn bed plast moet leren om ’s nachts wakker te worden en naar de WC te gaan. Een kind wat met eten speelt moet leren dat het netjes moet eten. Een kind dat treuzelt met aankleden moet leren om snel zijn kleren aan te trekken. Wat willen we dat mensen veranderen, wat ze doen in plaats van pesten en buitensluiten? Deze dynamieken gaan over relaties verbreken, losmaken, afstoten, splitsen. Het tegenovergestelde daarvan is verbinding maken, koppelen, samenvoegen. De Engelsen hebben daar een krachtig woord voor: “bonding.” Dat betekent: het krijgen of het nastreven en stimuleren van een emotionele band door hechting toe te voegen. We moeten dus focussen op verbinding maken!

Maar hoe dan? Het vermogen om te “bonden” ontwikkelen kinderen het sterkst in hun eerste levensjaren, als ze nog niet of nauwelijks kunnen praten en de wereld ontdekken door te voelen. Bij de geboorte komt er bij moeder en kind een explosie vrij van oxytocine, ook wel het liefdes- en verbondenheidshormoon genoemd. Het is ook het hormoon wat ons helpt om te ontspannen en te herstellen van stress. Oxytocine brengt de hechting op gang. Een baby kan niet praten, die kent, ís, alleen maar lichaamstaal. Alles voelt hij met en door zijn lijfje. Als zijn omgeving positief reageert op wat hij nodig heeft en er veel liefdevol lichaamscontact is ontwikkelt zijn basisveiligheid en zelfvertrouwen. Die vormen samen de voorwaarde om later relaties aan te kunnen gaan en zich te kunnen verbinden met anderen.

De volgende stap is dat kinderen leren om goed af te stemmen op elkaar. Tijdens het opgroeien ontdekken kinderen de wereld nog steeds meer met hun lijf dan met hun hoofd. Onderling lichaamscontact is erg belangrijk om samen te ervaren: wat vind ik fijn en wat niet, wat vind jij fijn en wat niet. Zo leren kinderen rekening met elkaar te houden en te verbinden, zodat ze samen leuke dingen kunnen doen. Positieve aanraking werkt rechtstreeks op het level van hun basisveiligheid en zelfvertrouwen. Aanraking speelt dus een belangrijke rol als we willen verbinden. De wetenschap leert dat er ook oxytocine vrijkomt als we anderen op een prettige manier aanraken, of als we zelf op een prettige manier aangeraakt worden. Aanraken betekent daarnaast ook dat je je emotioneel verbindt: “het doet iets met me, het raakt me”. We maken contact, er gaat iets open. Je voelt er iets bij. Een aanraking zegt soms meer dan 1000 woorden.

Tenslotte heeft spel een nadrukkelijk verbindende werking: samen lachen en plezier maken. Lachen is sociale lijm, als je samen lacht deel je iets samen. Het is positieve kwetsbaarheid tonen. Mijn dochter van 9 klaagde laatst over een meisje wat op school in haar tafelgroepje steeds moeilijk deed als mijn dochter tijdens het werken met haar schrift een millimeter op de tafelhelft van dat meisje terechtkwam. Ze had er al een paar keer wat van gezegd maar dat hielp niet. Volgens haar deed het meisje het om haar uit te dagen en ze was er gefrustreerd over. Haar vader vroeg: hebben jullie al een keer samen gelachen? Misschien moet je een keer in de pauze samen een spelletje gaan doen. Een week later vertelde ze dat ze dat gedaan had, dat het leuk was, dat het meisje niet meer klaagde en dat ze zich er zelf ook veel relaxter bij voelde.

Als we pesten echt willen stoppen moeten we veel meer gaan focussen op VERBINDEN. Hoe jonger we dat inzetten, hoe beter. Ik zie als gedragstrainer bij de jeugdbescherming en reclassering dat het hard en soms onbegonnen werk is om (jong)volwassenen nog te leren om grenzen van anderen te herkennen, te respecteren, en begrip te tonen voor gevoelens van anderen. Hun wereldbeeld is al gevormd en het basisvertrouwen is vaak beschadigd. Succeservaringen opdoen is lastig en fouten maken wordt meteen bestraft.

Jonge kinderen zijn in ontwikkeling. Hun hersens zijn in ontwikkeling. Van nature zijn ze gericht op contact maken. In spel oefenen en ervaren ze hoe relaties werken en mogen ze leren met vallen en opstaan. We hebben veel invloed op hun wereld. Als we een verbindende omgeving creëren vergroten we de kans dat ze uitgroeien tot verbindende volwassenen. Ik zie daarom een grote kans voor het basisonderwijs, waar contact en spel als gerichte werkvorm ingezet kan worden.Toch is mijn ervaring dat daar nog niet zoveel aandacht voor is. De nadruk ligt op cognitieve prestaties, daar is onze maatschappij ook vooral op gericht. Anti(?!)pestprogramma’s, pestprotocollen, ze zijn er. Ze zijn gebaseerd op praten en afspraken maken. Dat is goed en nuttig, maar basisveiligheid spreek of dwing je niet af. Veiligheid moet je als kind kunnen VOELEN. Zodat het niet nodig is om jezelf groter en een ander kleiner te maken. En zodat je, als de druk toeneemt bij ruzies of onbegrip, altijd terug kan naar die basis.

Als bonusonderdeel van mijn ouder-kind traject heb ik bonding lessen ontwikkeld voor basisschoolklassen: lichaamscontactspelletjes en massage-oefeningen waarin kinderen op een speelse en tegelijk directieve manier samenwerken, voor elkaar zorgen en hun kracht leren inzetten. De nadruk ligt op voelen en ervaren in plaats van luisteren en praten. Zo versterken ze zelf hun onderlinge band en de veiligheid in de groep. Ze leren hun eigen grenzen aangeven en rekening te houden met de grenzen van anderen.

De reacties van leerkrachten, kinderen en ouders zijn erg positief. Leerkrachten zien hun klassen groeien en de binding sterker worden en ze geven aan dat de lessen lang doorwerken. Ze benoemen zelfs een positieve invloed op de leerhouding. Ze geven aan dat ze dit missen in de dagelijkse praktijk. Ik vind dat opmerkelijk. Elke leerkracht die ik spreek vindt het belangrijk en waardevol dat alle kinderen zich veilig voelen in de klas en op school. Ik kan me ook alleen maar voorstellen dat je dat vak kiest vanuit je hart, omdat je kinderen graag een stevige basis mee wil geven. En toch zijn er nauwelijks tools om op het meest basale niveau te investeren in verbinding en veiligheid in het basisonderwijs. Alsof het vanzelfsprekend is dat kinderen dit wel zullen ervaren. Als we alleen al kijken naar hoeveel mensen zich geroepen voelen om zich te laten horen in een week tegen pesten, dan kunnen we vaststellen dat dat een illusie is.

Daarom heb ik besloten dat ik de kans en kennis van deze bonding-lessen niet langer voor mezelf ga houden. Ik ga het breder toegankelijk maken voor scholen die ook willen investeren in veiligheid en verbinding in de basis. Hoe mooi zou het zijn als deze kennis zich gaat verspreiden. Meer kinderen die zich veilig voelen, meer scholen die bekend staan om hun fijne sociale sfeer en goede onderwijsresultaten. En, daar durf ik mijn hand voor in het vuur te steken: minder pesten en buitensluiten.

In onderstaand filmpje (8:18 min) vind je alles wat je over deze lessen zou willen weten. Weet jij of werk jij bij een basisschool die waarde hecht aan veiligheid en verbinding en die zou willen investeren in teambuilding en bonding op hun school? Kijk en attendeer hen op www.jekindopzijnplek.nl/scholen

#stoppesten #pestenopschool #pesten #sherbornebewegingspedagogiek # socialevaardigheden #verbinden #basisschool #basisonderwijs #veiligonderwijs #verbindendonderwijs #opvoeden #pesten #oudersvannu #kinderen #zelfvertrouwen #ouders #weerbaarheid #eigenwaarde #stoppestennu #assertief #weektegenpesten #bullying #laatjenietverpesten #traumasensitiefonderwijs #veiligheid #weerbaarheid