door Eva van Vugt | feb 19, 2019 | blogs
Er leeft onder de vriendjes van mijn dochter (ze is 9) een nieuw ritueel. En het gaat zo: als je ergens bent of rijdt en je ziet een gele auto, bestelbus of iets dergelijks dan roep je zo snel als je kan “gele auto!” en je tikt je vriend of vriendin of andere aanwezigen zo snel mogelijk 10x aan. Mijn dochter zit er helemaal in. De eerste paar keer schrok ik me een hoedje. Ik zag ze niet aankomen. Sowieso zit ik niet de hele dag op de uitkijk naar gele auto’s. Nieuwsgierig als ik ben vroeg ik me in het begin af of gele auto’s misschien een diepere betekenis hebben en of het bijvoorbeeld geluk brengt om ze als eerste te zien. Maar niks daarvan, je hebt er geen studie of ervaring voor nodig, het spel is gewoon een kwestie van zien en snel reageren.
Ik hou van spelletjes en samen plezier maken. Nu is mijn gevoel voor humor af en toe een beetje apart en snapt niet altijd iedereen het, maar dat mag de pret niet drukken. Als je samen gelachen hebt heb je even verbinding gemaakt. En da’s voor ons allemaal een basisbehoefte; een band met anderen hebben, en samen plezier maken. Daar groei je van.
Als kind hield ik ook al van spelletjes. Nadat mijn klas in groep 5 in een paar maanden tijd een hele serie invallers had gehad en stuurloos was geraakt was de sfeer onder de kinderen omgeslagen. Meespelen was voor mij niet langer vanzelfsprekend. De verbaal sterke kinderen bepaalden het spel, wie er bij mochten horen en wie niet, en ik hoorde niet bij de gelukkigen. Ik voelde me weerloos en wist niet hoe ik daar op moest reageren. Mogelijk heb ik nog wel zachtjes iets gestameld als “waarom mag ik niet meedoen”, maar dat zal weinig indruk gemaakt hebben. Iedereen had plezier en niemand luisterde naar mij. En ik voelde me alleen, afwijkend, verdrietig en angstig.
Ik ontwikkelde zo een innerlijk beeld dat andere kinderen -en volwassenen, die het zagen maar niet ingrepen! – er bij voorbaat op uit waren om mij te kwetsen. En ik ging er van uit dat daar blijkbaar een goede reden voor was. Daardoor ging ik steeds meer leven in staat van paraatheid, altijd alert om me te kunnen verdedigen. Ik schaamde me zo over mezelf, en mijn onvermogen om me goed genoeg te voelen zoals ik was, dat ik kleiner en kleiner werd.
Pas in mijn volwassenheid ben ik me er van bewust geworden welk effect je zelf op zulke situaties kan hebben en hoe dat werkt. Ik kan me herinneren dat ik een keer een cursus deed waarbij met een groep gezamenlijk geluncht werd. Ik weet nog dat we aan een grote tafel zaten en dat ik me zo schaamde voor mezelf dat ik niet eens durfde te vragen of iemand me de boter aan de andere kant van de tafel aan kon geven. Ik heb de moed gehad om dat toen uit te spreken, waarna iedereen stomverbaasd was dat ik me zo voelde en dat ik me zo schaamde en ik op mijn beurt stomverbaasd was dat ze met liefde voor mij de boter hadden willen pakken als ze hadden geweten dat ik daar zin in had.
Je uiten en zeggen hoe je je voelt en wat je wilt is geen hogere wiskunde (geloof me anders was het nooit meer goedgekomen met mij 😉). Het is een kwestie van doen. Rechtop gaan zitten of staan, de ander aankijken en ook al gieren de zenuwen door je lijf, diep inademen en zeggen wat je te zeggen hebt. Ik heb jaren gedacht dat andere mensen zich veel zekerder voelden dan ik en ik dacht dat ze dáárom sociaal zoveel sterker overkwamen.
Maar het blijkt precies andersom te werken. Want op het moment dat ik me meer ging uitspreken werd ik steeds meer serieus genomen. Er ging een wereld voor me open toen ik dat ontdekte en mijn zelfvertrouwen ging met sprongen vooruit. Het gaat er dus niet om dat je moet wachten tot je je zeker voelt, maar je gaat je juist zeker voelen door je te gedragen alsof je het al bent.
Toen ik nog op de basisschool zat was er niemand die in de gaten had dat ik van binnen steeds meer zat te verpieteren en dat mijn zelfvertrouwen tot onder het nulpunt gedaald was. Ik ging steeds minder ruimte innemen en ontwikkelde het vermogen om onzichtbaar te worden. Niet opvallen, vooral op geen enkele manier aandacht trekken. Zodat er nieuwe afwijzingen zouden volgen en me zouden kunnen kwetsen. Op een schoolfoto van mij uit groep 5, ik was toen 8, zit een meisje met afhangende schoudertjes met haar mond in een gemaakte glimlach en met ogen die angstig en ongelukkig kijken.
Wat had het gescheeld als mijn ouders me in die tijd hadden geholpen om mijn rug te rechten, en te oefenen in het zeggen wat ik dacht, eventueel met stemverheffing, en voor mezelf op te komen. Met hen achter me was er eerder al een kans geweest op een succeservaring. Dan was ik misschien al 20 jaar eerder uit mijn zelfbedachte schaduw gekropen. En had ik toen al kunnen ervaren dat je veel meer gezien wordt als je stevig gaat staan, contact maakt en duidelijk zegt waar het op staat.
Het mooie van dit alles is dat als je dat doet, dat andere mensen in jouw ogen ook veranderen. De hele wereld verandert. Als ze strak kijken of je negeren dan heeft dat ineens niks meer met jou te maken. Dan zie je ineens overal andere mensen die in principe vriendelijk en behulpzaam zijn. En als ze dat niet zijn, dan komt dat omdat ze zelf problemen hebben. Echt waar. Net als met gele auto’s. Als je er een spel van maakt zijn ze ineens overal. Conflicten met “moeilijke” mensen worden dan juist een kans om te oefenen en te groeien. En een stapje verder wordt omgaan met uitdagen en uitsluiting dan een groot spel. Auteur/spreker Brooks Gibbs laat dat in zijn filmpje “how to stop a bully” ook mooi zien.
Waarom is het zo belangrijk dat je kind het spel leert spelen? Omdat omgaan met uitdagen een sociale vaardigheid is die we in het leven vaak nodig hebben. Die vaardigheid kun je niet VOOR je kind leren, je kind moet dit zelf doen. Het moet het zelf leren oplossen. En als hij het doet, groeit zijn zelfbeeld, zelfvertrouwen en eigenwaarde. Wil jij je kind hier ook heel graag bij helpen? In een gratis skype sessie van 20 minuten kijk ik met je mee wat op dit moment de eerste drie dingen zijn die je met jouw kind aan kunt pakken als het gepest of uitgesloten wordt. Klik hier.
Of ben je er al klaar voor om meteen door te pakken? In de ouder kind training Je Kind op zijn Plek leer je 3 stappen in 5 sessies hoe je je kind letterlijk steviger op zijn of haar benen kan zetten. Je leert alles wat nodig is om te voorkomen dat je kind over 20 jaar nog de gevolgen draagt van de krassen die het nu oploopt. Daar zou je niet lang over na hoeven te denken toch? Meld je aan!
Heeft dit bericht je nieuwe inzichten gegeven? Wil je ze hieronder met me delen?
Gele auto! Een – twee – drie – vier – vijf – zes – zeven – acht – negen – tien!! Tik!! 😊
door Eva van Vugt | jan 25, 2019 | blogs
Wist je dat fijn lichamelijk contact je kind enorm kan helpen om pest-stress te neutraliseren en om je kind zich veilig te laten voelen in zijn lichaam? Het kalmeert de emotionele hersenen. Het is het meest basale hulpmiddel om te troosten en te kalmeren. En desondanks is het op scholen uit de meeste lesprogramma’s en in de zorg uit de meeste therapieën verbannen.
Pesten en buitensluiten is voor kinderen (en volwassenen!) een schokkende en bedreigende ervaring. Zulke ervaringen activeren het zogenaamde reptielenbrein wat het lichaam door middel van stresshormonen klaar zet om te vluchten, vechten of bevriezen. Als er geen hulp komt, en als dat herhaaldelijk gebeurt, wordt de stress chronisch. Daardoor raakt het alarmsysteem in de hersenen verkeerd afgesteld. Het is een trauma geworden.
Kinderen kunnen dan geen onderscheid meer maken tussen echt en denkbeeldig gevaar. De stress legt het rationele deel van de hersens plat en remt ook het vermogen van je kind om te praten over wat er gebeurt. De emotionele hersenen drukken zich uit in lichamelijke reacties: je kind krijgt plotseling hevige buikpijn, wordt misselijk of krijgt een paniekaanval waarover het geen controle heeft. Kinderen hebben vaak geen idee waar die emoties vandaan komen en weten vaak ook niet wat ze precies voelen. De Nederlands-Amerikaanse psychiater Bessel van der Kolk zegt het treffend: hun lijf is dan net een pingpongbal geworden. Niet alleen de omgeving is niet meer veilig voor hen, zelfs van binnen is hun veiligheid beschadigd.
Als het zowel buiten je als binnen in je onveilig voelt dan is het onbegonnen werk om “helpende gedachten” te bedenken, laat staan die te geloven, of sterk voor jezelf op te komen. Wat er dan eerst nodig is is dat je kind in zijn lijfje voelt dat het gevaar geweken is. Dat het vertrouwen krijgt in zichzelf, dat het voelt dat het ok is om er te zijn, om gezien te worden en relaties aan te gaan. Van der Kolk legt uit dat ze in hun traumacentrum kinderen op een trampoline laten springen, schommelen en balanceren op een evenwichtsbalk. “We raken ze voorzichtig aan of slaan een deken om hen heen.”
Mijn ouders waren niet erg van het aanraken. Als iemand mij ooit aanraakte, ook als dat per ongeluk was op straat of zo, dan voelde ik daarna nog een hele tijd die plek op mijn lichaam kloppen en gloeien. Ik vond dat zo bijzonder. Het was alsof ik even niet meer die akelige angst voelde dat ik onzichtbaar was. Ik voelde me gezien. Ik was even gerustgesteld: ik wás er nog.
In die basis kunnen ouders heel veel betekenen. Daarom gebruik ik in mijn trainingen zelf veel lichaamscontactspelletjes waarin ouders kinderen helpen om zich lichamelijk te ontspannen en vertrouwen op te bouwen. Ik laat hen zelf manieren bedenken om iets op te lossen. Een voorbeeld van zo’n spelletje is “bungelen”. Ga als ouder op handen en knieën zitten, zodat je een poortje wordt. Je laat je kind op jouw rug gaan liggen, dat mag op zijn of haar buik of op de rug gebeuren. Laat je kind een houding vinden waarin hij zich comfortabel voelt en helemaal kan ontspannen. De armen en benen bungelen losjes naar beneden. Als je kind goed ligt, ga je zachtjes met je rug op en neer bewegen, terwijl je kind blijft liggen. Doe dit zo lang jij en je kind dit prettig vinden.
Ook geschikt voor andere vormen van stress. Of gewoon voor de leuk. Fijn weekend!
Heeft dit bericht je inzicht gegeven? Wat voor inspiratie geeft het jou voor jouw kind? Wil je het hieronder met me delen?
door Eva van Vugt | jan 23, 2019 | blogs
Als ik pest ben ik stoer
Vorige week sprak ik op het schoolplein een moeder. Haar dochter van 9 is een lieve, sterke en stoere meid. Ze is sociaal geliefd, gemakkelijk in de omgang en wordt vaak gevraagd op kinderfeestjes. Ze kan met iedereen om. En ze is groot voor haar leeftijd, waardoor ze vaak ouder overkomt dan ze is. Toch maakte de moeder zich zorgen. In de kerstvakantie was er uit gekomen dat haar dochter het niet fijn meer vond om naar school te gaan. Ze vond het “saai” en zeker rekenen was “stom”. Na doorvragen bleek: haar dochter begreep bij instructies soms niet meteen wat ze precies moest doen. Maar ze durfde niet aan de juf te vragen of die het nog eens uit wilde leggen. Ze dacht dat anderen haar dan dom zouden vinden.
Het tweede wat er uit kwam was dat de stoere kinderen met wie ze in de pauze ook stoere spelletjes speelde soms vervelend tegen haar deden en haar pestten. Het meisje voelde zich door hen ook wel eens gedwongen om dingen te doen die ze niet wilde. Ze deed het dan toch maar eigenlijk voelde ze zich dan rot. Haar dochter vertelde dat ze soms zelf ook wel eens andere kinderen ging pesten. Waarom wist ze niet goed en eigenlijk vond ze het ook niet fijn. Haar moeder was hier erg van geschrokken. Ze had niet in de gaten dat haar dochter achter die stoere buitenkant zó onzeker was. Ze zat er behoorlijk mee en zou haar heel graag meer zelfvertrouwen willen geven. Haar laten voelen dat het OK is om je kwetsbaar op te stellen. En zorgen dat ze minder last zou hebben van wat ze denkt dat andere kinderen over haar denken.
Herken jij dat ook als moeder? Dat je kind alle reden heeft om zeker te zijn van zichzelf maar dat het denkt dat het niet goed genoeg is? Dat je kind een houding nodig heeft om er bij te horen? En misschien herken je dan ook wel dat als je tegen je kind zegt: je bent mooi, lief, en goed zoals je bent dat je kind dat dan niet van zichzelf ziet?
Ik zie ik zie… wat ik denk
Dat komt door zogenaamde “niet helpende gedachten”. Dat zijn gedachten waar je kind zichzelf kleiner mee maakt. Die gedachten gaan uit van een negatief beeld van zichzelf of van hoe anderen hem of haar zien. Bijvoorbeeld: ik kan dit niet, ik heb altijd pech, het ligt aan mij, het gaat toch mislukken; en: ze zullen me uitlachen, ze moeten altijd mij hebben, ze gaan me vast pesten, ik ben niet zo goed als…
Kinderen hebben dat niet van vreemden. We hebben die gedachten allemaal wel eens. Eigenlijk beginnen zulke gedachten altijd als bondgenoot, namelijk om je te behoeden voor afwijzing. Bijvoorbeeld: als ik er al van uit ga dat het toch niks wordt met die sollicitatie, dan is het ook geen teleurstelling als ik het niet geworden ben. Niet helpende gedachten zijn puur zelfbescherming. Maar de angel is: als je ze vaak denkt gaan ze als waarheid voelen. Dan ga je vergeten dat het “maar” gedachten zijn. En dan ga je de wereld ook zo zien, je gaat je er naar gedragen.
Als kind dacht ik dat andere mensen mij niet zagen, dat ik onzichtbaar was. Dat werd erger toen ik te maken kreeg met pesten. Ik dacht dat niemand echt geinteresseerd was in mij. Mijn ouders hadden hun handen vol aan zichzelf, op school was ik een teruggetrokken meisje wat niet opviel. Ik hoopte wel dat mensen zagen hoe hard ik werkte, maar ik vroeg er niet om, wie was ik nu helemaal. Ik kan me niet herinneren dat iemand wel eens vroeg: hoe gaat het met jou? Dat ik niet belangrijk was en dat niemand belangstelling had werd op een gegeven moment normaal.
Wat is waar?
Niet helpende gedachten zijn vooroordelen. Onze hersens maken ze op basis van o.a. eerdere ervaringen, emoties, of onze familie- of culturele achtergrond. Vooroordelen helpen ons om de wereld te snappen. Want er gebeurt elke dag zoveel dat het heel vermoeiend is om je over elk ding steeds weer opnieuw een mening te vormen. Maar het lastige aan die niet helpende gedachten is dus dat ze gaan voelen alsof ze echt waar zijn. En ze veroorzaken spanning. Een beetje spanning is goed. Maar te veel spanning is ongezond. Vanuit die spanning ga je namelijk reageren op anderen. Daardoor groeit de kans dat je dingen gaat zeggen of doen die “niet handig” zijn: dingen die je eigenlijk niet wil of bedoelt, of je laat over jezelf heen lopen, of je krijgt niet wat je wil. En andere mensen zien niet de persoon die je graag wil laten zien. In het voorbeeld van het meisje hierboven werd de spanning die ze voelde zo groot dat ze anderen ging pesten om die spanning te ontladen.
Hoe help ik mijn kind positief te denken?
Je helpt je kind door eerst samen die niet helpende gedachten goed op tafel te krijgen. Bij het meisje uit het voorbeeld zou dat kunnen zijn: ik ben niet stoer als ik zeg dat ik iets niet begrijp. Ik mag geen fouten maken. Andere kinderen vinden me niet aardig als ik niet doe wat zij zeggen.
Als de gedachten op tafel liggen, leg dan uit dat zulke gedachten heel naar zijn om te denken. Dat jij je ook rot zou voelen als je zulke dingen zou denken. Zulke uitspraken helpen niemand vooruit. Je kan je afvragen waarom je eigenlijk zo streng en gemeen tegen jezelf bent. Ga dan samen eens kijken of jullie die gedachten uit kunnen dagen. Dan kun je doen met de volgende vragen, en vraag je kind om er een heel eerlijk antwoord op te geven:
- Als jouw vriendje of vriendinnetje (neefje, nichtje etc.) zou horen dat jij deze gedachte hebt, wat zou hij of zij dan tegen jou zeggen? Zou hij het terecht vinden dat je dat denkt?
- Is jouw gedachte echt, altijd, en in alle gevallen, waar?
En let hier goed op!! Herken jij de gedachte van je kind? Bedenk dan dat je kind jou als voorbeeld ziet. Geloof jij je eigen gedachte? Dan is de kans groot dat je kind hem ook gelooft ook al is hij niet waar. Zie hierover ook mijn blogbericht https://jekindopzijnplek.nl/children-are-great-imitators-so-give-them-something-great-to-imitate/
- Als je een cijfer van 1 tot 10 zou moeten geven voor de stress die je door deze gedachte krijgt, welk cijfer geef je dan?
- Helpt deze gedachte jou om te krijgen wat je graag wil (aandacht, contact, vriendschap, rust, een fijn gevoel etc.)?
- Welke nieuwe, meer eerlijke gedachte zou je hier meer bij helpen? Welke gedachte zou je hier voor in de plaats kunnen zetten?
Voorbeelden:
Voor het meisje uit het voorbeeld zouden de volgende gedachten helpend kunnen zijn:
– soms ben ik stoer, en soms niet
– stoere kinderen zijn soms dapper, en soms ook wel onzeker
– ik mag fouten maken
– Iedereen heeft wel eens hulp nodig dus ik mag ook om hulp vragen.
– echte vriendjes vinden het fijn als ik eerlijk ben.
Laat je kind deze gedachten opschrijven op post-its en ze ophangen in huis, op de deur, bij de kapstok, de spiegel etc. Laat je kind er ook eentje in haar schooltas, broekzak of etui stoppen.
De kracht van herhaling
Waar het om gaat is dat ze hun helpende gedachten vaak zien en herhalen. Want de niet helpende gedachten gaan niet uit zichzelf weg. Ze hebben het steeds opnieuw nodig om uitgedaagd te worden. Tot succeservaringen hun werk gaan doen en je kind het zelf ook gaat ervaren. Nu nog, 25 jaar later, flitst de gedachte dat anderen mij niet zien en serieus zullen nemen nog wel eens voorbij. Dan denk ik: hallo je bent er weer. Er is niets om bang voor te zijn. Ik heb veel te vertellen en ik ben het waard om gezien te worden.
En jij? Van welke niet helpende gedachten heb je zelf wel eens last? Welke spelen er bij jouw kind? Lukt het jou om je eigen gedachten uit te dagen? Kun je je kind hier mee vooruit helpen? Welke helpende gedachten kun jij samen met je kind verzinnen? Wil je het hieronder met me delen?
door Eva van Vugt | jan 9, 2019 | blogs
Wat is de oorzaak van pesten?
Er zijn allerlei onderzoeken gedaan naar pesten. Onderzoekers hebben risicofactoren vastgesteld die meer kans geven om gepest te worden als ze bij je kind voorkomen dan wanneer je ze niet hebt. Namelijk: een lage status hebben in de groep, een negatief zelfbeeld, gauw boos worden (een “lage frustratietolerantie”), moeilijk grenzen aan kunnen geven of zich dingen snel persoonlijk aantrekken. Herken jij je kind daarin?
Ik vind het altijd tricky als pesten toegeschreven wordt aan persoonlijke kenmerken van het gepeste kind. Veel van die kenmerken kunnen namelijk ook juist het gevolg zijn van eerdere pestervaringen. Bovendien wekt het subtiel de indruk dat eigenschappen van het kind het pesten veroorzaken en -erger nog- misschien wel rechtvaardigen. Aan de andere kant: als een hoge status, en positief zelfbeeld, een “hoge frustratietolerantie”, grenzen aan kunnen geven en je dingen niet te snel aantrekken de kans op pesten verlagen, dan wil je natuurlijk dat je kind dat ontwikkelt zodat het niet (meer) gepest wordt!
Sociale vaardigheidstraining als positieve boost
Als basisschoolkind had ik vooral last van een negatief zelfbeeld en trok ik me dingen snel persoonlijk aan. Dat hielp niet als ik moest reageren in situaties waarin ik uitgedaagd werd. Dit werd beter toen ik op mijn 9e op judo ging en mijn eigen kracht leerde kennen. Ook kon ik daar eindelijk de enorme frustratie uiten die ik in de loop van de jaren had opgebouwd omdat ik nooit mijn grens durfde te stellen. Het moment dat ik die frustratie ging uiten ging ik me sterker voelen, en ging ik meer zelfvertrouwen uitstralen.
In die tijd waren er geen sociale vaardigheids- en weerbaarheidsprogramma’s. En als ze er wel waren hebben mijn ouders er niet van geweten. Tegenwoordig zijn voor kinderen sociale vaardigheids- en weerbaarheidstrainingen veel toegankelijker. Soms worden ze op scholen aangeboden. Ze geven kinderen een positieve sociale boost wat goed helpt om positiever naar jezelf te gaan kijken. Ze laten kinderen experimenteren met op een handige manier van je afbijten. Dat had voor mij als kind zeker geen kwaad gekund.
Een kind op training sturen: herhaling van een patroon?
Maar toch krijg ik een frons in mijn voorhoofd als ik hoor dat een kind wat gepest wordt naar een sociale vaardigheids- of weerbaarheidstraining wordt gestuurd. Ik ben zelf al 15 jaar gedrags- en weerbaarheidstrainer o.a. bij de jeugdbescherming en reclassering. Te vaak heb ik gezien dat clienten in een training opbloeiden, grote sprongen maakten…. En dan hoorde ik een tijdje later dat het weer mis gegaan was. Ze waren niet in staat om de nieuw geleerde vaardigheden vast te houden. Omdat de positieve en motiverende (veilige) trainingsomgeving wegvalt en het kind weer op zichzelf en zijn eigen zelfbeeld is aangewezen.
Voor alle duidelijkheid: ik zeg niet dat sociale vaardigheids- en weerbaarheidstrainingen voor kinderen niet werken. Maar ik heb er twee bedenkingen bij. De eerste is dat je het kind uit zijn omgeving plukt en het daarmee ook (onbewust en onbedoeld) een boodschap geeft dat er met het kínd iets mis is wat gerepareerd moet worden. In feite herhaalt het patroon van uitsluiting zich daarmee. En ten tweede: zonder goede follow up is het lange termijn effect vaak kleiner dan gehoopt. En met follow up bedoel ik: dat de omgeving van het kind mee verandert en betrokken blijft bij het motiveren en ondersteunen van gedragsverandering nadat de training afgelopen is.
Wat is belangrijk NA een training?
Aan de ene kant geldt dat voor de school. Of er gepest wordt (en, zoals de vorige juf van mijn dochter zei: op élke school wordt er gepest) hangt af van de sfeer, de kwaliteit en de veiligheid van de groep en de school als geheel. Daar kan een kind in zijn eentje niet tegenop boksen, hoe goed een sociale vaardigheidstraining ook kan zijn. Aan de andere kant geldt dat voor ouders. Het is belangrijk dat je als ouder aandacht blijft hebben voor de vaardigheden die je kind nodig heeft om het pesten te overwinnen; dat je je kind zelfvertrouwen blijft geven, dat je mee oefent en samen succeservaringen viert. En ook erg belangrijk: dat je in de vaardigheid die je kind moet leren zelf ook een voorbeeldfiguur kan zijn.
Hoe geef ik mijn kind zelfvertrouwen?
Een van de dingen die altijd belangrijk zijn voor je kind als het voor zichzelf op wil leren komen is het krijgen van zelfvertrouwen. Jouw hulp als ouder is daarin heel belangrijk. Voor wat je als ouder kan doen om je kind zelfvertrouwen te geven als het gepest wordt heb ik de volgende tip: als je kind ziet dat je als ouder er van overtuigd bent dat het voor zichzelf op zal kunnen leren komen dan raakt het daar zelf ook van overtuigd. Het is niet genoeg om te zeggen: ik denk wel dat jij het zult leren, of: ik twijfel er niet aan dat jij het kan. Je moet er bij vertellen op basis waarvan jij er van overtuigd bent dat het dat kan leren. Anders kan je kind gaan denken dat je dat zomaar zegt en het misschien niet echt meent. Voorbeelden van goede redenen zijn:
- Je hebt al eerder andere moeilijke dingen geleerd
- Je bent een doorzetter / dapper /
- Je hebt al eerder dingen gedurfd die je eerst heel eng vond
- Die-en-die (bv. Een bekende Nederlander) werd ook gepest maar die heeft het ook geleerd
Of, met meer fantasie en een knipoog:
- Ik zie aan je ogen dat jij het wel gaat leren
- Met zulke geweldige ouders kan dat niet mislukken
- Jij bent een … (sporter, …supporter, sterrenbeeld) en die hebben geen problemen met het leren van dit soort dingen.
- Jij bent net zo sterk als Spiderman.
Kun jij als ouder hulp gebruiken om je kind op school weer op de rails te krijgen? Wil je ontdekken wat jij als ouder allemaal zelf kan doen om je kind te helpen als het op school moeite heeft om er bij te horen? Zelf de regie en follow up in handen houden zonder je kind uit zijn omgeving te halen? In de ouder-kind training Je Kind op zijn Plek leer je in 5 sessies:
- 101 manieren hoe je je kind kunt helpen om te ontspannen
- hoe jij als ouder je kind zijn of haar kracht kan leren gebruiken om voor zichzelf op te komen
- hoe je je kind kunt helpen en samen kunt oefenen hoe het kan reageren in moeilijke situaties
- En wat je vanuit je gezin/familie kunt doen om je kind ook in de toekomst te blijven ondersteunen.
Aan het einde van de training gaat jouw kind weer ontspannen naar school, komt het voor zichzelf op en kan het vriendjes maken. En jij blijft je kind hierin ondersteunen waar het nodig is zodat het resultaat ook blijvend is. Wil je meer weten? Kijk op https://jekindopzijnplek.nl/aanbod/
Heeft dit bericht je nieuwe inzichten opgeleverd?
Heeft jouw kind al eens een training gevolgd? Wat was jullie ervaring? Wat heeft het je kind opgeleverd?
Wil je het hieronder met me delen?
door Eva van Vugt | dec 11, 2018 | blogs
Als ouder de macht in handen nemen
Vorige week was er een bericht in het nieuws. Een vader die er achter kwam dat zijn dochter anderen pestte wilde haar dat afleren door haar 8 kilometer naar school te laten lopen, in de vrieskou ook nog. Hij reed in zijn auto achter haar aan, maakte er een filmpje van en zette dat online. Volgens de vader had het geholpen en had dochterlief haar les geleerd. Als jouw kind de pineut is dan wil je dat het gedoe acuut stopt. Punt. Je kind moet veilig naar school kunnen gaan. Dat staat boven alles. Dan waardeer je het als en ouder van een pester verantwoordelijkheid neemt om dat voor elkaar te krijgen. Toch is er op social media een discussie ontstaan en heeft deze vader niet alleen complimenten gekregen voor zijn aanpak. Er was ook kritiek. Ik vroeg me toen ik het las ook af in hoeverre de daderdochter zich serieus genomen voelde in deze aanpak. Kon ze haar vaders liefde voelen en deed het haar naar zichzelf kijken? Of voelde ze zich vernederd en gekleineerd en riep het afwijzing op? Sommige mensen houden niet van zulk psychologisch gepraat. Als jij tot die categorie behoort kun je nu beter stoppen met lezen. Voor de rest: doe je gordel om.
Macht is uitgesteld geweld
In mijn jaren als gedragstrainer bij de jeugdbescherming en reclassering waren deelnemers vaak heel duidelijk over wat je moet doen als anderen je treiteren: ze een keer een flinke tik geven en dan ben je van alles af. Het bracht hen in contact met het strafrecht. Ze verloren vrijheden. Of ze kwamen er mee weg maar kregen de naam dat anderen maar beter bang van hen konden zijn, in plaats van dat ze echt contact maakten met vrienden die ze zo nodig hadden. Wat je daarmee ook krijgt is een systeem waarin mensen gemotiveerd zijn om te veranderen zodra en zolang er straf dreigt. Dat is geen blijvende gedragsverandering die de wereld veiliger maakt. Macht is uitgesteld geweld. Mensen veranderen omdat ze moeten, niet omdat ze willen. Niemand houdt van moeten. Het roept weerstand op die uit kan groeien tot wrok en wraak. Natuurlijk zijn er op school en thuis regels nodig! Dat geeft duidelijkheid en structuur. Maar zonder aandacht voor wederzijds respect en elkaars behoeften leert een kind nooit vanuit zichzelf rekening met een ander te houden.
Macht (of onmacht?) in opvoeding
Waargebeurd: Een gezin, vader, moeder, 2 zoons. Vader is voor werk veel buitenshuis. Moeder is huisvrouw. Rond de jongste zijn er regelmatig incidentjes, hij zoekt grenzen op en moeder wordt regelmatig gebeld door school. Wat moeder niet weet is dat zoon op de basisschool ook gepest wordt. Zij weet zich geen raad met zijn gedrag. Thuis heeft de jongste veel conflicten met vader. Vader stelt strakke regels en handhaaft deze met harde hand. De jongen heeft een sterk karakter, zijn vader noemt hem eigenwijs en wordt woedend als zoon continue grenzen opzoekt en niet naar hem luistert. Hij eist respect!
Op een zekere dag vindt er een gesprek plaats tussen vader en zoon. Zoon vertelt hoe hij zich voelt en hoe belangrijk zijn vaders goedkeuring voor hem is. Aan het eind van het gesprek bedankt zoon vader met de woorden: wat fijn dat je een keer naar mij geluisterd hebt. Waarop vader ontploft, uithaalt en schreeuwt: Luisteren?! Jij moet naar MIJ luisteren… Tussen de zoon en de vader is het niet meer goedgekomen. De zoon wil geen contact meer met zijn vader. Pijnlijk detail in deze casus is dat vader zelf jong zijn moeder verloren heeft en te maken kreeg met een weinig invoelende stiefmoeder. Zij vond hem eigenwijs en de vele ruzies met haar zijn een gevoelige herinnering voor hem. Hij is er trots op dat hij haar heeft weten te weerstaan. Tussen de jongen en de vader is het niet meer goed gekomen. De jongen heeft elk contact met hem verbroken.
Voor jezelf opkomen met respect voor de ander
Macht uitoefenen zonder respect veroorzaakt woede, wrok en wraakgevoelens. Niet alleen bij kinderen. Je kunt als je macht hebt iemand wel dwingen om te veranderen, maar het zal nooit van binnen uit komen. Ik ben er dan ook geen voorstander van om je kind aan te moedigen om er een keer flink op te laten slaan als hij of zij gepest wordt. Ook al weet ik dat het bij sommigen wel effectief geweest is. Voor mij als kind had het ook niet gewerkt want zo zat ik niet in elkaar. En mijn ouders al helemaal niet.
Wat dan wel? Wat kun je als ouder nou doen om pesten te stoppen, als jouw kind gepest wordt? En het volgende geldt voor alle situaties waarin je kind NIET mishandeld of levensgevaarlijk bedreigd wordt want dan is alles geoorloofd om jezelf in veiligheid te brengen. Ik vind het heel belangrijk dat je je kind kunt laten zien hoe het voor zichzelf op kan komen: door een stevige, zelfverzekerde lichaamshouding aan te nemen, door zijn of haar mening te geven en zijn of haar grens te stellen. En door hulp te vragen aan anderen en een situatie af te kappen. Daarmee zet je in de basis respect voor jezelf en respect voor de ander neer. Je laat die ander zien: ook al denk je dat je boven mij staat, ik mag er zijn. Ook als je dat respect van die ander niet gekregen hebt.
Hulp bij pesten: de ouder-kind training Je Kind op zijn Plek
In de ouder-kind-training Je Kind op zijn Plek ontdek je samen met je kind hoe je dit in jouw situatie kunt toepassen. Je gaat naar huis met een lading speloefeningen om je kind op een speelse en praktisch manier te helpen zich te uiten en zich te ontspannen. Je werkt als ouder met een praktisch stappenplan, wat bruikbaar is om elke conflictsituatie te analyseren en met je kind te oefenen hoe het op een handige manier voor zichzelf op kan komen. Ook kijk ik met jou als ouder naar onderliggende patronen; waarvoor dat wat er gebeurt een oplossing kan zijn en hoe je daar invloed op kan uitoefenen. Meer info vind je op www.jekindopzijnplek.nl/aanbod/
Meer weten? Vraag een gratis skype sessie aan. Daarin kijken we wat jouw prioriteiten zijn en waar er kansen liggen om jouw kind te helpen. Na deze sessie weet je wat je per direct kan doen om meer rust in de situatie te brengen. Vraag hem aan op www.jekindopzijnplek.nk/skypesessie
https://nos.nl/artikel/2262334-debat-op-social-media-is-deze-straf-voor-een-pestende-dochter-te-streng.html
Recente reacties