door Eva van Vugt | jun 26, 2019 | blogs
Sinds 3 weken bezoek ik een logopediste. Veel trainen en lesgeven in gymzalen begon zeer te doen aan mijn stem en ik zag het niet zitten om over een tijdje hees te worden en de hele tijd pijn te voelen. Ik realiseerde me dat ik eigenlijk met alles wat ik als werk doe, mijn stem nodig heb. Zonder stem kan ik niks – en dan is het best wel confronterend als hij ineens niet goed meer werkt! Die stem verdient zorg! De logopediste is een kordate dame op leeftijd die enthousiast opveerde toen ik haar vertelde dat ik mijn stem beter wil leren gebruiken zodat ik er mee kan trainen en lesgeven zonder achteraf pijn en vermoeidheid te voelen. Ik was duidelijk haar ideale klant – wat ik me ook wel voor kan stellen als ik me bedenk welke andere soorten klanten ze allemaal voor zich krijgt (met alle respect, het beroep zou niks voor mij zijn).
De diagnose viel mee, het kwam er op neer dat ik mijn “voorleesstem” moet gaan gebruiken en bewust mijn ademhaling moet gaan verbeteren.. ik zeg het even in redelijke Jip en Janneke taal. Ik kreeg allerlei oefeningen, van woorden opzeggen tot bubbelen met een rietje, die ik de eerste weken zonder mezelf aan te hoeven sporen deed. Inmiddels zitten we in week 3 en vanmorgen vroeg ze me weer blijmoedig hoe het ging. Ik bekende dat het oefenen er de laatste dagen bij ingeschoten is. De realiteit is dat door zoveel bezig te zijn met praten en ademen, stevig staan en de aandacht van de luisteraars opeisen, er een gevoel in me loskomt van onzekerheid en verdriet – een oud gevoel. Het is niet handig, want als ik het zou volgen dan doet het me in een hoekje kruipen, stil en klein. Vooral onopvallend. Laat me maar.
Dat vertelde ik de dame. Met haar kordate manier van reageren zette ze me voor de spiegel en ze dwong me om naar mezelf te kijken. En door te ademen. Nu ben ik behoorlijk zelfbewust, heb vertrouwen in wie ik ben, wat ik kan. Ik heb een enorme drive. En toch, toen ik zo patsboem met nijn neus voor die spiegel stond met haar naast me voelde ik mijn keel dichtslaan. Slik. Help. O nee. En doorademen. Zij merkte het en begon toen tegen me aan te praten. Dat het een normale reactie was. Omdat er vaak emoties vastzitten aan praten en dat die zelfs door puur technische oefeningen, zoals die ik nu doe, los kunnen komen. Ze vertelde dat het goed is als je spanning voelt, want: spreken gaat niet alleen over technisch praten. Het gaat over “performen”. Er staan. Aandacht vragen. Mensen inspireren. Je podium pakken. Daar hoort spanning bij. Zoals de pijl die verder komt als de boog gespannen is.
En terwijl ik in mijn trainingen altijd benadruk dat je alles “wat al goed gaat” (zie mijn vorige blog https://jekindopzijnplek.nl/met-13-0-verliezen-en-toch-winnen/ ) moet markeren was zij vandaag degene die het weer tegen mij moest zeggen. Mijn huiswerk voor deze week is om na alles wat ik doe een ding te kiezen wat ik goed vond gaan en dit als een schouderklop aan mezelf te geven. Ik realiseerde me daardoor, dat het goed is om er bij stil te staan dat bij elke nieuwe stap, alle nieuwe dingen die wij en onze kinderen leren ook nieuwe uitdagingen horen. New level, new devil 😉. Gevoelens van angst en weerstand horen daar gewoon bij, het is normaal: en ik had het vandaag nodig om dat weer eens te horen van iemand. Want ik merkte dat mijn vertrouwen dat het me ging lukken om dat spreken onder de knie te krijgen minder werd door dat zware gevoel wat naar beneden haalde.
Waar wil ik naar toe? Punt één: om je plek in te kunnen nemen moeten mensen je kunnen hóren en zien. Er staan, en stevig overkomen vraagt dat je rustig en duidelijk kan zeggen wat je te zeggen hebt. Niks zeggen, of fluisteren als anderen over je grens gaan, maakt dat mensen je niet gaan horen en zien. Dan gaan ze nooit rekening met je houden. Hoe eerder we onze kinderen leren hoe ze dit kunnen doen, hoe langer ze er plezier van hebben en hoe eerder ze de aandacht op een positieve manier kunnen opeisen. En het tweede is: door te blijven doen wat je altijd deed krijg je wat je altijd kreeg. Groeien, iets nieuws leren, betekent dat je uit die comfort zone moet met alle bijbehorende weerstand en emotie. Daar is de magie. En daar zit altijd weerstand op, want je moet patronen opgeven die heel vertrouwd kunnen zijn geworden. In mijn geval heeft dat er mee te maken dat onderduiken, en mezelf klein maken, ooit een overlevingsstrategie waren om het te redden in een stuurloze klas waar gepest werd en veel meidenvenijn was. Als ik toen die angst of verdriet had laten zien had ik het misschien helemaal niet overleefd. Het mag loskomen nu, het is niet meer nodig. Ook al voel ik hoe ontzettend eng dat is.
Gun jij jouw kind, als het op school moeite heeft om zich te laten horen of als het moeite heeft om er bij te horen, dat het nu al leert hoe het zijn of haar stem kan laten horen op een sterke manier? Hoe het er kan stáán tussen andere kinderen? En wil je weten hoe jij je kind hierbij kan helpen en hoe je kleine stapjes voorwaarts groot kan maken met en voor je kind? Ben je bereid om daarvoor zelf ook uit je comfort zone te komen? In de ouder-kind training van Je Kind op zijn Plek doen we het samen. Je krijgt een berg praktische tools om thuis samen aan de slag te gaan zodat jouw kind van de tweede of derde rang naar de eerste rang gaat en relaxed en met zelfvertrouwen naar school gaat. Kijk op https://jekindopzijnplek.nl/aanbod/
Ik ga nog even oefenen met bubbels blazen in een waterflesje… hahaha… goed voor mij, goed voor de logopedie dame… en goed voor mijn stem 😊
#ouderkindtraining #opvoeden #pesten #jestemlatenhoren #socialevaardigheden #oudersvannu #stoppesten #thevoice #kinderen #basisschool #kinderenopdebasisschool
door Eva van Vugt | jun 12, 2019 | blogs
Gisteravond kwam ik al zappend terecht bij de wedstrijd tussen de Thaise en de Amerikaanse voetbaldames. Voor wie het gemist heeft; de Thaise dames verloren glansrijk met 13-0. Niet alleen eindigden ze op het ongeluksgetal maar het was ook een zeldzame hoeveelheid goals die je tegen je kunt krijgen. Ik heb niet zoveel met voetbal, en daarom ook niet met damesvoetbal – alleen als Nederland of België speelt en het is een belangrijke wedstrijd dan ben ik een gezelligheidskijker.
Deze blog jeukt de hele dag al in mijn vingers omdat ik zoveel moois zag in hun nederlaag. Voor iedereen die zelf de lat graag hoog legt, of die kinderen heeft die maar moeilijk tevreden kunnen zijn: de Thaise voetbalvrouwen laten zien hoe er in een niet mis te verstaan falen altijd prachtige kwaliteiten zitten. Je ziet het alleen vaak pas als je het door hebt (haha).
Ik moest in ieder geval blijven hangen. Want O wat een prachtige dames, die Thai. Ik heb van ze genoten. Wat een klasse laat je zien als je je rug recht houdt, er na elke tegenslag weer vol tegenaan gaat en als team elkaar steeds bemoedigend blijft toeschreeuwen. Je toont zelfrespect. Ik weet het, ik heb op de een of andere manier altijd snel een zwak voor de underdog, maar daar gaat het me nu juist niet om: het gaat er om wat ze WEL lieten zien. Ze waren zo ontroerend sterk in hun teamspirit.
Toen onze dochter een jaar of 6 was deed ze een keer mee met de clubkampioenschappen judo van haar vereniging. Ze had net de eerste gele slip en ze was ingedeeld in een pouletje met een klein meisje met een witte band dat iedereen die ze voor zich kreeg in een paar seconden omlegde en elke keer met 10 punten het potje won. Dat meisje had een vader bij zich. En die vader zat bij elke wedstrijd vooraan op de mat, zijn meisje toe te schreeuwen: Ja hup, én staan! Aanvallen! Nekklem!! Nekklem!! Houdgreep!! Vader had duidelijk ervaring en eigen skills met haar geoefend thuis, want die nekklem leer je pas bij de groene band en al die arme kindjes die net een blauwe maandag op judo zaten hadden geen idee wat hen overkwam.
Ik had het even aangezien, zag kindjes huilend van de mat afdruipen, geen enkele papa of mama die er wat van zei of die hun kind ging aanmoedigen. Als ze net zo verontwaardigd waren als ik dan was het niet te merken want niemand deed iets. En toen was het de beurt aan mijn dochter om het tegen haar op te nemen. Er knapte er iets in mij. Dit ging niet gebeuren tegen mijn dochter, het waren verdorie niet de Olympische Spelen! Dus ging ik vlak naast die vader zitten op de mat. En elke keer als hij weer iets riep, riep ik er iets overheen. Bij alles wat onze meis liet zien aan sportiviteit gaf ik haar een compliment: Ja goedzo! Je staat weer op! Fantastisch! Je probeert het weer, heel goed! Je probeert uit die houdgreep te komen, heel mooi. Je geeft het niet op, geweldig! Je houdt je goed staande, top meid!
Ik weet niet meer wat ik allemaal geroepen heb. Het moet een hele bezienswaardigheid geweest zijn in dat zaaltje. Achteraf had ik ook een soort van bewustzijnsvernauwing. De adrenaline van woede gierde door mijn lijf en ik was de schaamte voorbij. Ik speelde mijn eigen wedstrijd. Tegen die vader. Vader kreeg het op een zeker moment ook door, en toen leek hij wat te dimmen. Maar dat was hetzelfde moment dat zijn dochter weer scoorde en de 10 punten aantikte. Wedstrijd afgelopen. Waar het om ging: mijn dochter kwam opgetogen van de mat af. Ze was trots op zichzelf en ze vond dat ze het heel goed had gedaan.
Wat ik daarmee wil zeggen is… dat in alles wat we doen, in alles wat onze kinderen doen, zitten zoveel keuzemomenten, zoveel positieve intenties, zoveel mooie karaktereigenschappen die je er uit kunt lichten als je goed kijkt. We gaan vaak zo snel voorbij aan al die inzet en dan kijken we alleen naar het resultaat. En dan valt de meetlat vaak negatief uit. Onze innerlijke criticus doet er graag nog een schepje bovenop. Dat begint als zelfbescherming, maar voor je het weet gaat het een eigen leven leiden en vergeet je dat het ooit alleen maar een idee was.
Ik hoor vaak van ouders dat hun kind niet tevreden met zichzelf kan zijn. Vanmorgen vroeg ik aan een groep van 24 kinderen: wie vindt zichzelf aardig? Twee meisjes staken hun hand niet op. Toen ik doorvroeg of ze wel eens aardige dingen deden, of dat anderen wel eens blij waren als ze iets fijns deden of zeiden, vertelden ze dat dat inderdaad wel eens zo was. Maar toch, het was duidelijk dat er al iets flink aan het knagen was aan hun zelfbeeld. En dan ga ik in de actie stand. Want ik was zelf op de basisschool ook zo’n meisje. Ik vond niks positief aan mezelf, ik zou nooit op de voorgrond treden, omdat ik zo bang was dat iedereen dan zou zien hoe …., tja, wat eigenlijk. Hoe erg? Hoe slecht, hoe onhandig, hoe raar ik was? Zoiets. En, o ja: als mensen al probeerden om me te overtuigen van het tegendeel dan gaf ik ze snel gelijk maar ik geloofde er niks van. Want met overtuigen komt het inzicht van buitenaf, niet van binnenuit. Ik zei tegen een van de meisjes die haar vinger niet hadden opgestoken: daarnet zag ik je contact zoeken met X. Je nam de leiding en X vond het een goed voorstel. Je praatte heel duidelijk. Ik zag jullie samen lachen. Je zorgde voor hem en daarna liet je hem voor jou zorgen. Het meisje lachte verlegen.
Is jouw kind ook zo gericht op het resultaat, en ziet het vooral wat het niet goed kan of doet? Hoe reageer jij dan? Negeer je het in de hoop dat je kind er vanzelf overheen groeit? Ga je je kind overtuigen (nee hoor, jij bent echt niet raar, je bent mooi). Voor mij als kind werkte dit allebei niet. En ik ben er ook niet vanzelf overheen gegroeid. Pas toen ik begin 20 was en goede coach tegenkwam, een opleiding deed, en allerlei trainingen in persoonlijke ontwikkeling ging volgen leerde ik anders te kijken naar mezelf, en te waarderen hoe in alles wat ik deed ergens een positieve bedoeling zat. Ik ben nu 45 en inmiddels weet ik hoe het werkt. Ik geef het ook door aan mijn dochter zodat zij niet in dezelfde valkuil terechtkomt. Wat zou het anders zijn gelopen als mijn ouders me dit op de basisschool al bij hadden kunnen brengen… hoeveel fijner had ik me kunnen voelen en hoeveel makkelijker zou het zijn geweest om me staande te houden in een klas. Want om zelfbewustzijn te ontwikkelen hebben kinderen ons, ouders, als spiegels nodig. Onze woorden worden hun innerlijke stem en de meetlat waarlangs zij zich leggen.
Kunnen jij en jouw kind daar wel wat hulp bij gebruiken? In de ouder-kind training Je Kind op zijn Plek leer je hoe je jouw kind op een speelse, heldere en behulpzame manier helpt om relaties aan te gaan en zichzelf te vertrouwen. Meer weten? Kijk op www.jekindopzijnplek.nl/aanbod/
Heeft dit bericht je inzicht gegeven? Wil je het hieronder met me delen?
door Eva van Vugt | jun 10, 2019 | blogs
Ik sprak afgelopen week een moeder van een jongen uit groep 7, we noemen hem even Sep. Sep zit in een klas waar veel onrust is. Een paar jongens met haantjesgedrag bepalen de sfeer in de klas. Sep is een gevoelige jongen die veel last heeft van die onrust. Hij is geen haantje. Hij zoekt het niet om herrie te maken en anderen te klieren, maar als hij er helemaal buiten blijft verliest hij zijn plek omdat het toch ook vriendjes zijn. Dus gaat hij mee in de onrust. De jongens spreken na school af en in de klas werkt hij er mee samen. Maar moeder ziet ook dat Sep onder invloed van die jongens verandert in een versie van zichzelf die niet persé gezelliger is. Moeder begrijpt ook het dilemma van Sep, als je er niet bij hoort heeft hij niemand en dat geeft misschien nog wel meer stress. Moeder vertelde dat er vanuit school al van alles met die klas was gedaan, rots en water training, gesprekken, straf. Het had allemaal niet geholpen.
Je kunt als kind geluk of pech hebben met een klas. Mijn dochter van 9 heeft het een aantal jaren heel fijn gehad in klassen waar kinderen aardig voor elkaar waren en iedereen zichzelf kon zijn. Ze heeft inmiddels ook ervaren hoe het is om in een klas te zitten waar veel onrust is en soms wel elke dag ruzie, terwijl de juf en de intern begeleider er ondanks veel inspanning maar moeilijk grip op kregen. Mijn dochter zit op een school waar klassen elk jaar opnieuw worden samengesteld. Als je een jaar geen fijne klas hebt, kan het volgend jaar weer anders zijn. Die risicospreiding kennen de meeste basisscholen niet omdat die ingedeeld zijn volgens jaargroepen. Voor Sep is dat ook het geval. De onrust in de klas speelt al vanaf groep 5 toen oude groepen herverdeeld waren in een groep met rustige en drukke kinderen. Hij was ingedeeld in de drukke groep.
Sep had in de loop van groep 7 een pré-advies Havo gekregen. Wat er nu speelt is dat Sep zijn laatste Cito toetsen zo slecht gemaakt had, dat het op deze manier op een matig VMBO advies zou uitkomen. Omdat de meester dit ook niet kon verklaren en wilde weten waar het aan lag, had hij Sep de toets laten herkansen (niet officieel, want dat mocht niet, maar hij kreeg een toets uit een vorig leerjaar). Dit mocht Sep in 2 delen maken. Het eerste deel deed Sep op een dag dat de klas relatief rustig was. Het tweede deel maakte hij op een onrustige dag, waarbij er weer veel spanning in de groep was en er in de pauze een ruzie geëscaleerd was.
Die spanning was ook duidelijk terug te zien in de scores van Sep: deel 1 had hij prima gemaakt, zoals de leerkracht en zijn moeder zijn kunnen ook inschatten. In deel 2 had hij veel meer fouten gemaakt, die niet te verklaren waren uit zijn kennisnivo. Sep zelf was daarover deze week thuis al diverse keren in tranen uitgebarsten. Hij is bang dat hij straks niet naar de Havo mag. De leraar had naar moeder zijn zorgen geuit en had gezegd dat een faalangst training misschien iets was voor Sep. Moeder hield het zelf ook niet droog toen ze het vertelde. Natuurlijk ging het er haar niet om dat de jongen persé naar de Havo moet. Maar ze kende haar kind, en de leraar beaamde dit ook: hij heeft een gezond stel Havo hersens. Hij is leergierig. En dat het dan mis dreigt te gaan vanwege zijn gevoeligheid voor spanning die hij oppikt in de groep, dat is moeilijk te accepteren.
We kunnen ons ook afvragen of het toetssysteem wat in onze maatschappij veel bepaalt recht doet aan alle ontwikkelkansen van kinderen. Er is zoveel wat toetsen niet meten: vriendschappen aangaan, je grens stellen, weten wie je bent, samenwerken, creatief zijn, etc. Allemaal zijn ze heel belangrijk Maar we kunnen er niet omheen dat veel deuren pas open gaan als de toets gehaald is. Zonder A-diploma mag je niet alleen in het diepe ook al kun je al lang zwemmen. Als moeder vind ik het heel dubbel: ik zeg mijn dochter dat ze zich er niet druk om moet maken. Maar ik voel ook opluchting als ze er redelijk doorheen komt omdat ik weet dat de weg in de maatschappij dan iets gemakkelijker is. Overigens kwam mijn dochter de laatste ronde ook een keer om 23u naar beneden en zei met trillende stem dat ze bang was dat ze de toetsen niet goed zou gaan maken en dat ze dan niet naar een of ander groepje mocht. Nog voor ik iets kon zeggen – dat zouden dan geruststellende woorden zijn geweest met een aai over haal bol – reageerde haar papa en zei met een stevige, duidelijke en verontwaardigde stem: het is nu bedtijd. Voor mijn part vergeet je die hele toets, die is totaal onbelangrijk. Als je nu maar gaat slapen. Wat denk je? Het werkte! Ze knikte, leek dankbaar dat hij haar angst wist te beteugelen, liep terug naar boven en toen ik 15 min later ging kijken was ze diep in slaap.
Wat nu als jouw kind net als Sep zo gevoelig is dat al zijn aandacht en energie weg lekt naar zich staande houden tav haantjesgedrag ten koste van de eigen prestaties. Om in groepen “bij jezelf kunnen blijven” moet je weten wie je bent en dat je helemaal OK bent zoals je bent. Je moet weten wat je fijn vindt en je grens aan (durven) geven als je iets niet fijn vindt. Je moet vertrouwen op je eigen gevoel en creativiteit. Mijn ervaring is dat dit voor veel kinderen niet vanzelfsprekend is, ook omdat kinderen veel meer vanuit hun gevoel leven. Veel volwassenen hebben hier trouwens ook nog moeite mee en veel ouders vinden het moeilijk om dit over te brengen op hun kinderen. Ook speelt er nog het stuk van ‘bij de groep horen’. Dat zit op de instinctieve laag. Dat is een continuë toets: hoor ik er bij, is mijn plek verzekerd als ik mezelf ben? Of moet ik me aanpassen om recht te hebben op mijn plek. Het is de wet van de pikorde: wie is de bink of de queen bee, wie zijn de lakeien en de hofdames, wie zijn de wannabees, wie is het mikpunt en wie zijn de omstanders. Hoe hoger je staat, hoe minder je je druk hoeft te maken om het bemachtigen van je plek.
Wat is dan de oplossing? Hoe voorkom je dat je kind verzuipt in de strijd van de ordening? Een groep waarin iedereen zichzelf is en zich niet druk hoeft te maken om zijn plek, vereist goed leiderschap: een leerkracht die daadkrachtig ingrijpt op venijn en uitsluiting. Als ouder mag je dat van een school verwachten, maar helaas weten veel leerkrachten niet wat ze er mee moeten. Natuurlijk willen ze een positieve en veilige sfeer neerzetten maar het lukt soms niet. Als ze het dan maar uit onmacht voor lief gaan nemen gaat het mis. Veel ouders die ik spreek hebben zulke ervaringen en het is frustrerend dat je er als ouder, als je je zorgen uit, afhankelijk bent van wat een school er mee doet. Veel scholen hebben speciale programma’s om sociale veiligheid te versterken en sommige daarvan zijn effectief. Maar goed leiderschap geldt ook op het niveau van ouders: het betekent dat je je kind thuis helpt om zelfbewuster te worden, zelfvertrouwen te versterken, weerbaar te zijn. Dat je kind weet wie het is. Dat is namelijk de enige, ultieme toets, die er echt toe doet.
In mijn ouder-kind training leer ik je hoe jij er als ouder voor kunt zorgen dat je kind zich sterker gaat voelen, dat je hem of haar op tijd kan helpen om de rust te vinden. Je leert hoe je spelenderwijs met je kind oefent wat het kan doen als het op school moeite heeft om zijn plek te vinden. Je werkt samen aan het doel dat je kind een kind kan zijn zoals je het hem of haar zou gunnen. Als bonus daarbij heb ik ook nog iets moois voor de klas waar je kind in zit. Daarover binnen afzienbare tijd meer.
Wil jij ook dat Je Kind op zijn Plek terechtkomt? Meld je dan vandaag nog aan voor de training! Kijk op www.jekindopzijnplek.nl/aanbod/
Heeft dit bericht je inzichten gegeven? Wil je het hieronder met me delen?
Recente reacties