Wat je denkt ben je zelf!

Wat je denkt ben je zelf!

Als ik pest ben ik stoer

Vorige week sprak ik op het schoolplein een moeder. Haar dochter van 9 is een lieve, sterke en stoere meid. Ze is sociaal geliefd, gemakkelijk in de omgang en wordt vaak gevraagd op kinderfeestjes. Ze kan met iedereen om. En ze is groot voor haar leeftijd, waardoor ze vaak ouder overkomt dan ze is.  Toch maakte de moeder zich zorgen. In de kerstvakantie was er uit gekomen dat haar dochter het niet fijn meer vond om naar school te gaan. Ze vond het “saai” en zeker rekenen was “stom”. Na doorvragen bleek: haar dochter begreep bij instructies soms niet meteen wat ze precies moest doen. Maar ze durfde niet aan de juf te vragen of die het nog eens uit wilde leggen. Ze dacht dat anderen haar dan dom zouden vinden.
Het tweede wat er uit kwam was dat de stoere kinderen met wie ze in de pauze ook stoere spelletjes speelde soms vervelend tegen haar deden en haar pestten. Het meisje voelde zich door hen ook wel eens gedwongen om dingen te doen die ze niet wilde. Ze deed het dan toch maar eigenlijk voelde ze zich dan rot. Haar dochter vertelde dat ze soms zelf ook wel eens andere kinderen ging pesten. Waarom wist ze niet goed en eigenlijk vond ze het ook niet fijn. Haar moeder was hier erg van geschrokken. Ze had niet in de gaten dat haar dochter achter die stoere buitenkant zó onzeker was. Ze zat er behoorlijk mee en zou haar heel graag meer zelfvertrouwen willen geven. Haar laten voelen dat het OK is om je kwetsbaar op te stellen. En zorgen dat ze minder last zou hebben van wat ze denkt dat andere kinderen over haar denken.
Herken jij dat ook als moeder? Dat je kind alle reden heeft om zeker te zijn van zichzelf maar dat het denkt dat het niet goed genoeg is? Dat je kind een houding nodig heeft om er bij te horen? En misschien herken je dan ook wel dat als je tegen je kind zegt: je bent mooi, lief, en goed zoals je bent dat je kind dat dan niet van zichzelf ziet?

Ik zie ik zie… wat ik denk

Dat komt door zogenaamde “niet helpende gedachten”. Dat zijn gedachten waar je kind zichzelf kleiner mee maakt. Die gedachten gaan uit van een negatief beeld van zichzelf of van hoe anderen hem of haar zien. Bijvoorbeeld: ik kan dit niet, ik heb altijd pech, het ligt aan mij, het gaat toch mislukken; en: ze zullen me uitlachen, ze moeten altijd mij hebben, ze gaan me vast pesten, ik ben niet zo goed als…
Kinderen hebben dat niet van vreemden. We hebben die gedachten allemaal wel eens. Eigenlijk beginnen zulke gedachten altijd als bondgenoot, namelijk om je te behoeden voor afwijzing. Bijvoorbeeld: als ik er al van uit ga dat het toch niks wordt met die sollicitatie, dan is het ook geen teleurstelling als ik het niet geworden ben. Niet helpende gedachten zijn puur zelfbescherming. Maar de angel is: als je ze vaak denkt gaan ze als waarheid voelen. Dan ga je vergeten dat het “maar” gedachten zijn. En dan ga je de wereld ook zo zien, je gaat je er naar gedragen.
Als kind dacht ik dat andere mensen mij niet zagen, dat ik onzichtbaar was. Dat werd erger toen ik te maken kreeg met pesten. Ik dacht dat niemand echt geinteresseerd was in mij. Mijn ouders hadden hun handen vol aan zichzelf, op school was ik een teruggetrokken meisje wat niet opviel. Ik hoopte wel dat mensen zagen hoe hard ik werkte, maar ik vroeg er niet om, wie was ik nu helemaal. Ik kan me niet herinneren dat iemand wel eens vroeg: hoe gaat het met jou? Dat ik niet belangrijk was en dat niemand belangstelling had werd op een gegeven moment normaal.

Wat is waar?

Niet helpende gedachten zijn vooroordelen. Onze hersens maken ze op basis van o.a. eerdere ervaringen, emoties, of onze familie- of culturele achtergrond. Vooroordelen helpen ons om de wereld te snappen. Want er gebeurt elke dag zoveel dat het heel vermoeiend is om je over elk ding steeds weer opnieuw een mening te vormen. Maar het lastige aan die niet helpende gedachten is dus dat ze gaan voelen alsof ze echt waar zijn. En ze veroorzaken spanning. Een beetje spanning is goed. Maar te veel spanning is ongezond. Vanuit die spanning ga je namelijk reageren op anderen. Daardoor groeit de kans dat je dingen gaat zeggen of doen die “niet handig” zijn: dingen die je eigenlijk niet wil of bedoelt, of je laat over jezelf heen lopen, of je krijgt niet wat je wil. En andere mensen zien niet de persoon die je graag wil laten zien. In het voorbeeld van het meisje hierboven werd de spanning die ze voelde zo groot dat ze anderen ging pesten om die spanning te ontladen.

Hoe help ik mijn kind positief te denken?

Je helpt je kind door eerst samen die niet helpende gedachten goed op tafel te krijgen. Bij het meisje uit het voorbeeld zou dat kunnen zijn: ik ben niet stoer als ik zeg dat ik iets niet begrijp. Ik mag geen fouten maken. Andere kinderen vinden me niet aardig als ik niet doe wat zij zeggen.
Als de gedachten op tafel liggen, leg dan uit dat zulke gedachten heel naar zijn om te denken. Dat jij je ook rot zou voelen als je zulke dingen zou denken. Zulke uitspraken helpen niemand vooruit. Je kan je afvragen waarom je eigenlijk zo streng en gemeen tegen jezelf bent. Ga dan samen eens kijken of jullie die gedachten uit kunnen dagen. Dan kun je doen met de volgende vragen, en vraag je kind om er een heel eerlijk antwoord op te geven:

  1. Als jouw vriendje of vriendinnetje (neefje, nichtje etc.) zou horen dat jij deze gedachte hebt, wat zou hij of zij dan tegen jou zeggen? Zou hij het terecht vinden dat je dat denkt?
  2. Is jouw gedachte echt, altijd, en in alle gevallen, waar?
    En let hier goed op!! Herken jij de gedachte van je kind? Bedenk dan dat je kind jou als voorbeeld ziet. Geloof jij je eigen gedachte? Dan is de kans groot dat je kind hem ook gelooft ook al is hij niet waar. Zie hierover ook mijn blogbericht https://jekindopzijnplek.nl/children-are-great-imitators-so-give-them-something-great-to-imitate/
  3. Als je een cijfer van 1 tot 10 zou moeten geven voor de stress die je door deze gedachte krijgt, welk cijfer geef je dan?
  4. Helpt deze gedachte jou om te krijgen wat je graag wil (aandacht, contact, vriendschap, rust, een fijn gevoel etc.)?
  5. Welke nieuwe, meer eerlijke gedachte zou je hier meer bij helpen? Welke gedachte zou je hier voor in de plaats kunnen zetten?
Voorbeelden:

Voor het meisje uit het voorbeeld zouden de volgende gedachten helpend kunnen zijn:
– soms ben ik stoer, en soms niet
– stoere kinderen zijn soms dapper, en soms ook wel onzeker
– ik mag fouten maken
– Iedereen heeft wel eens hulp nodig dus ik mag ook om hulp vragen.
– echte vriendjes vinden het fijn als ik eerlijk ben.
Laat je kind deze gedachten opschrijven op post-its en ze ophangen in huis, op de deur, bij de kapstok, de spiegel etc. Laat je kind er ook eentje in haar schooltas, broekzak of etui stoppen.

De kracht van herhaling

Waar het om gaat is dat ze hun helpende gedachten vaak zien en herhalen. Want de niet helpende gedachten gaan niet uit zichzelf weg. Ze hebben het steeds opnieuw nodig om uitgedaagd te worden. Tot succeservaringen hun werk gaan doen en je kind het zelf ook gaat ervaren. Nu nog, 25 jaar later, flitst de gedachte dat anderen mij niet zien en serieus zullen nemen nog wel eens voorbij. Dan denk ik: hallo je bent er weer. Er is niets om bang voor te zijn. Ik heb veel te vertellen en ik ben het waard om gezien te worden.

En jij? Van welke niet helpende gedachten heb je zelf wel eens last? Welke spelen er bij jouw kind? Lukt het jou om je eigen gedachten uit te dagen? Kun je je kind hier mee vooruit helpen? Welke helpende gedachten kun jij samen met je kind verzinnen? Wil je het hieronder met me delen?

Mijn kind wordt gepest: wel of geen weerbaarheidstraining?

Mijn kind wordt gepest: wel of geen weerbaarheidstraining?

Wat is de oorzaak van pesten?

Er zijn allerlei onderzoeken gedaan naar pesten. Onderzoekers hebben risicofactoren vastgesteld die meer kans geven om gepest te worden als ze bij je kind voorkomen dan wanneer je ze niet hebt. Namelijk: een lage status hebben in de groep, een negatief zelfbeeld, gauw boos worden (een “lage frustratietolerantie”), moeilijk grenzen aan kunnen geven of zich dingen snel persoonlijk aantrekken. Herken jij je kind daarin?
Ik vind het altijd tricky als pesten toegeschreven wordt aan persoonlijke kenmerken van het gepeste kind. Veel van die kenmerken kunnen namelijk ook juist het gevolg zijn van eerdere pestervaringen. Bovendien wekt het subtiel de indruk dat eigenschappen van het kind het pesten veroorzaken en -erger nog- misschien wel rechtvaardigen. Aan de andere kant: als een hoge status, en positief zelfbeeld, een “hoge frustratietolerantie”, grenzen aan kunnen geven en je dingen niet te snel aantrekken de kans op pesten verlagen, dan wil je natuurlijk dat je kind dat ontwikkelt zodat het niet (meer) gepest wordt!

Sociale vaardigheidstraining als positieve boost

Als basisschoolkind had ik vooral last van een negatief zelfbeeld en trok ik me dingen snel  persoonlijk aan. Dat hielp niet als ik moest reageren in situaties waarin ik uitgedaagd werd. Dit werd beter toen ik op mijn 9e op judo ging en mijn eigen kracht leerde kennen. Ook kon ik daar eindelijk de enorme frustratie uiten die ik in de loop van de jaren had opgebouwd omdat ik nooit mijn grens durfde te stellen. Het moment dat ik die frustratie ging uiten ging ik me sterker voelen, en ging ik meer zelfvertrouwen uitstralen.
In die tijd waren er geen sociale vaardigheids- en weerbaarheidsprogramma’s. En als ze er wel waren hebben mijn ouders er niet van geweten. Tegenwoordig zijn voor kinderen sociale vaardigheids- en weerbaarheidstrainingen veel toegankelijker. Soms worden ze op scholen aangeboden. Ze geven kinderen een positieve sociale boost wat goed helpt om positiever naar jezelf te gaan kijken. Ze laten kinderen experimenteren met op een handige manier van je afbijten. Dat had voor mij als kind zeker geen kwaad gekund.

Een kind op training sturen: herhaling van een patroon?

Maar toch krijg ik een frons in mijn voorhoofd als ik hoor dat een kind wat gepest wordt naar een sociale vaardigheids- of weerbaarheidstraining wordt gestuurd. Ik ben zelf al 15 jaar gedrags- en weerbaarheidstrainer o.a. bij de jeugdbescherming en reclassering. Te vaak heb ik gezien dat clienten in een training opbloeiden, grote sprongen maakten…. En dan hoorde ik een tijdje later dat het weer mis gegaan was. Ze waren niet in staat om de nieuw geleerde vaardigheden vast te houden. Omdat de positieve en motiverende (veilige) trainingsomgeving wegvalt en het kind weer op zichzelf en zijn eigen zelfbeeld is aangewezen.
Voor alle duidelijkheid: ik zeg niet dat sociale vaardigheids- en weerbaarheidstrainingen voor kinderen niet werken. Maar ik heb er twee bedenkingen bij. De eerste is dat je het kind uit zijn omgeving plukt en het daarmee ook (onbewust en onbedoeld) een boodschap geeft dat er met het kínd iets mis is wat gerepareerd moet worden. In feite herhaalt het patroon van uitsluiting zich daarmee. En ten tweede: zonder goede follow up is het lange termijn effect vaak kleiner dan gehoopt. En met follow up bedoel ik: dat de omgeving van het kind mee verandert en betrokken blijft bij het motiveren en ondersteunen van gedragsverandering nadat de training afgelopen is.

Wat is belangrijk NA een training?

Aan de ene kant geldt dat voor de school. Of er gepest wordt (en, zoals de vorige juf van mijn dochter zei: op élke school wordt er gepest) hangt af van de sfeer, de kwaliteit en de veiligheid van de groep en de school als geheel. Daar kan een kind in zijn eentje niet tegenop boksen, hoe goed een sociale vaardigheidstraining ook kan zijn. Aan de andere kant geldt dat voor ouders. Het is belangrijk dat je als ouder aandacht blijft hebben voor de vaardigheden die je kind nodig heeft om het pesten te overwinnen; dat je je kind zelfvertrouwen blijft geven, dat je mee oefent en samen succeservaringen viert. En ook erg belangrijk: dat je in de vaardigheid die je kind moet leren zelf ook een voorbeeldfiguur kan zijn.

Hoe geef ik mijn kind zelfvertrouwen?

Een van de dingen die altijd belangrijk zijn voor je kind als het voor zichzelf op wil leren komen is het krijgen van zelfvertrouwen. Jouw hulp als ouder is daarin heel belangrijk. Voor wat je als ouder kan doen om je kind zelfvertrouwen te geven als het gepest wordt heb ik de volgende tip: als je kind ziet dat je als ouder er van overtuigd bent dat het voor zichzelf op zal kunnen leren komen dan raakt het daar zelf ook van overtuigd. Het is niet genoeg om te zeggen: ik denk wel dat jij het zult leren, of: ik twijfel er niet aan dat jij het kan. Je moet er bij vertellen op basis waarvan jij er van overtuigd bent dat het dat kan leren. Anders kan je kind gaan denken dat je dat zomaar zegt en het misschien niet echt meent. Voorbeelden van goede redenen zijn:

  • Je hebt al eerder andere moeilijke dingen geleerd
  • Je bent een doorzetter / dapper /
  • Je hebt al eerder dingen gedurfd die je eerst heel eng vond
  • Die-en-die (bv. Een bekende Nederlander) werd ook gepest maar die heeft het ook geleerd

Of, met meer fantasie en een knipoog:

  • Ik zie aan je ogen dat jij het wel gaat leren
  • Met zulke geweldige ouders kan dat niet mislukken
  • Jij bent een … (sporter, …supporter, sterrenbeeld) en die hebben geen problemen met het leren van dit soort dingen.
  • Jij bent net zo sterk als Spiderman.

Kun jij als ouder hulp gebruiken om je kind op school weer op de rails te krijgen? Wil je ontdekken wat jij als ouder allemaal zelf kan doen om je kind te helpen als het op school moeite heeft om er bij te horen? Zelf de regie en follow up in handen houden zonder je kind uit zijn omgeving te halen? In de ouder-kind training Je Kind op zijn Plek leer je in 5 sessies:

  • 101 manieren hoe je je kind kunt helpen om te ontspannen
  • hoe jij als ouder je kind zijn of haar kracht kan leren gebruiken om voor zichzelf op te komen
  • hoe je je kind kunt helpen en samen kunt oefenen hoe het kan reageren in moeilijke situaties
  • En wat je vanuit je gezin/familie kunt doen om je kind ook in de toekomst te blijven ondersteunen.

Aan het einde van de training  gaat jouw kind weer ontspannen naar school, komt het voor zichzelf op en kan het vriendjes maken. En jij blijft je kind hierin ondersteunen waar het nodig is zodat het resultaat ook blijvend is. Wil je meer weten? Kijk op https://jekindopzijnplek.nl/aanbod/

Heeft dit bericht je nieuwe inzichten opgeleverd?
Heeft jouw kind al eens een training gevolgd? Wat was jullie ervaring? Wat heeft het je kind opgeleverd?
Wil je het hieronder met me delen?

Wat kun je als ouder doen tegen pesten?

Wat kun je als ouder doen tegen pesten?

Als ouder de macht in handen nemen

Vorige week was er een bericht in het nieuws. Een vader die er achter kwam dat zijn dochter anderen pestte wilde haar dat afleren door haar 8 kilometer naar school te laten lopen, in de vrieskou ook nog. Hij reed in zijn auto achter haar aan, maakte er een filmpje van en zette dat online. Volgens de vader had het geholpen en had dochterlief haar les geleerd. Als jouw kind de pineut is dan wil je dat het gedoe acuut stopt. Punt. Je kind moet veilig naar school kunnen gaan. Dat staat boven alles. Dan waardeer je het als en ouder van een pester verantwoordelijkheid neemt om dat voor elkaar te krijgen. Toch is er op social media een discussie ontstaan en heeft deze vader niet alleen complimenten gekregen voor zijn aanpak. Er was ook kritiek. Ik vroeg me toen ik het las ook af in hoeverre de daderdochter zich serieus genomen voelde in deze aanpak. Kon ze haar vaders liefde voelen en deed het haar naar zichzelf kijken? Of voelde ze zich vernederd en gekleineerd en riep het afwijzing op? Sommige mensen houden niet van zulk psychologisch gepraat. Als jij tot die categorie behoort kun je nu beter stoppen met lezen. Voor de rest: doe je gordel om.

Macht is uitgesteld geweld

In mijn jaren als gedragstrainer bij de jeugdbescherming en reclassering waren deelnemers vaak heel duidelijk over wat je moet doen als anderen je treiteren: ze een keer een flinke tik geven en dan ben je van alles af.  Het bracht hen in contact met het strafrecht. Ze verloren vrijheden. Of ze kwamen er mee weg maar kregen de naam dat anderen maar beter bang van hen konden zijn, in plaats van dat ze echt contact maakten met vrienden die ze zo nodig hadden. Wat je daarmee ook krijgt is een systeem waarin mensen gemotiveerd zijn om te veranderen zodra en zolang er straf dreigt. Dat is geen blijvende gedragsverandering die de wereld veiliger maakt. Macht is uitgesteld geweld. Mensen veranderen omdat ze moeten, niet omdat ze willen. Niemand houdt van moeten. Het roept weerstand op die uit kan groeien tot wrok en wraak. Natuurlijk zijn er op school en thuis regels nodig! Dat geeft duidelijkheid en structuur. Maar zonder aandacht voor wederzijds respect en elkaars behoeften leert een kind nooit vanuit zichzelf rekening met een ander te houden.

Macht (of onmacht?) in opvoeding

Waargebeurd: Een gezin, vader, moeder, 2 zoons. Vader is voor werk veel buitenshuis. Moeder is huisvrouw. Rond de jongste zijn er regelmatig incidentjes, hij zoekt grenzen op en moeder wordt regelmatig gebeld door school. Wat moeder niet weet is dat zoon op de basisschool ook gepest wordt. Zij weet zich geen raad met zijn gedrag. Thuis heeft de jongste veel conflicten met vader. Vader stelt strakke regels en handhaaft deze met harde hand. De jongen heeft een sterk karakter, zijn vader noemt hem eigenwijs en wordt woedend als zoon continue grenzen opzoekt en niet naar hem luistert. Hij eist respect!
Op een zekere dag vindt er een gesprek plaats tussen vader en zoon. Zoon vertelt hoe hij zich voelt en hoe belangrijk zijn vaders goedkeuring voor hem is. Aan het eind van het gesprek bedankt zoon vader met de woorden: wat fijn dat je een keer naar mij geluisterd hebt. Waarop vader ontploft, uithaalt en schreeuwt: Luisteren?! Jij moet naar MIJ luisteren…  Tussen de zoon en de vader is het niet meer goedgekomen. De zoon wil geen contact meer met zijn vader. Pijnlijk detail in deze casus is dat vader zelf jong zijn moeder verloren heeft en te maken kreeg met een weinig invoelende stiefmoeder. Zij vond hem eigenwijs en de vele ruzies met haar zijn een gevoelige herinnering voor hem. Hij is er trots op dat hij haar heeft weten te weerstaan. Tussen de jongen en de vader is het niet meer goed gekomen. De jongen heeft elk contact met hem verbroken.

Voor jezelf opkomen met respect voor de ander

Macht uitoefenen zonder respect veroorzaakt woede, wrok en wraakgevoelens. Niet alleen bij kinderen. Je kunt als je macht hebt iemand wel dwingen om te veranderen, maar het zal nooit van binnen uit komen.  Ik ben er dan ook geen voorstander van om je kind aan te moedigen om er een keer flink op te laten slaan als hij of zij gepest wordt. Ook al weet ik dat het bij sommigen wel effectief geweest is. Voor mij als kind had het ook niet gewerkt want zo zat ik niet in elkaar. En mijn ouders al helemaal niet.
Wat dan wel? Wat kun je als ouder nou doen om pesten te stoppen, als jouw kind gepest wordt? En het volgende geldt voor alle situaties waarin je kind NIET mishandeld of levensgevaarlijk bedreigd wordt want dan is alles geoorloofd om jezelf in veiligheid te brengen. Ik vind het heel belangrijk dat je je kind kunt laten zien hoe het voor zichzelf op kan komen: door een stevige, zelfverzekerde lichaamshouding aan te nemen, door zijn of haar mening te geven en zijn of haar grens te stellen. En door hulp te vragen aan anderen en een situatie af te kappen. Daarmee zet je in de basis respect voor jezelf en respect voor de ander neer. Je laat die ander zien: ook al denk je dat je boven mij staat, ik mag er zijn. Ook als je dat respect van die ander niet gekregen hebt.

Hulp bij pesten: de ouder-kind training Je Kind op zijn Plek

In de ouder-kind-training Je Kind op zijn Plek ontdek je samen met je kind hoe je dit in jouw situatie kunt toepassen. Je gaat naar huis met een lading speloefeningen om je kind op een speelse en praktisch manier te helpen zich te uiten en zich te ontspannen. Je werkt als ouder met een praktisch stappenplan, wat bruikbaar is om elke conflictsituatie te analyseren en met je kind te oefenen hoe het op een handige manier voor zichzelf op kan komen. Ook kijk ik met jou als ouder naar onderliggende patronen; waarvoor dat wat er gebeurt een oplossing kan zijn en hoe je daar invloed op kan uitoefenen. Meer info vind je op www.jekindopzijnplek.nl/aanbod/

Meer weten? Vraag een gratis skype sessie aan. Daarin kijken we wat  jouw prioriteiten zijn en  waar er kansen liggen om jouw kind te helpen. Na deze sessie weet je wat je per direct kan doen om meer rust in de situatie te brengen. Vraag hem aan op www.jekindopzijnplek.nk/skypesessie

https://nos.nl/artikel/2262334-debat-op-social-media-is-deze-straf-voor-een-pestende-dochter-te-streng.html

Als er een vaccin was tegen pesten, zou je je kind dan laten inenten?

Als er een vaccin was tegen pesten, zou je je kind dan laten inenten?

Inenten, wel of niet?

Afgelopen maandag was mijn dochter opgeroepen voor de 9e jaars prik van de GGD. Het mupke zag er erg tegen op en de laatste week als ze wakker werd was het eerste wat ze zei: doet die prik erg pijn? Moet dat echt? Ik ben bang… Ik ben me er als moeder van bewust dat er een discussie gaande is over de winst van inenten tegenover de risico’s er van. Voor beide kanten is wat te zeggen. Wij hebben destijds gekozen voor dat vaccinatieprogramma omdat het voorkomt dat je kind zelf kinderziektes krijgt die nare complicaties kunnen hebben, of dat het die doorgeeft aan andere kinderen. Een prik doet even pijn en is niet fijn. Maar voor ons is het resultaat dat waard.

Stel nou dat er een vaccin zou zijn tegen buitengesloten of gepest worden op school. Dat als je kind die prik zou gaan halen, dat het dan nooit meer buitengesloten of gepest zou worden, zou je daar dan voor gaan? Ik denk dat ik daar als meisje van negen meteen voor getekend had als ik de keuze had gehad. Omdat het zo afschuwelijk voelt als je er niet bij hoort en je geen idee hebt wat je verkeerd doet. Als je op de een of andere manier een magneet lijkt te zijn om gepest te worden, en dat iedereen ziet dat er met jou iets mis is. Getver. Nooit meer. Als moeder is dat een no brainer. Daar hoef je niet over na te denken. Als je je kind maar zou kunnen beschermen?!

Waarom pesten kinderen?

Maar… op de een of andere manier is het al sinds mensenheugenis zo dat buitensluiten en pesten groepsreacties zijn als er gevaar dreigt. Ze hebben een belangrijke signaalfunctie. En in omgaan met gevaar lijken mensen behoorlijk op kuddedieren. De formatie van kuddedieren is afgestemd op het beschermen van de zwakkere dieren. De buitenrand van de kudde wordt altijd gevormd door sterke dieren die een aanval kunnen afslaan. De kudde is sterk als iedereen zijn vaste plek heeft: een duidelijke ordening met een leider en volgers. Als door een aanval van buiten een van de sterke dieren gedood wordt, neemt een van de zwakkere dieren zijn plek in zodat de kudde door kan.

“Gevaar” is bij mensen niet altijd even gemakkelijk te zien. Als jij als enig kind in de klas rood haar, flaporen of eczeem hebt, of stottert, slist, of een afwijkende huidskleur of kleding, afkomst of een ander kenmerk hebt dan zou dat een bliksemafleider kunnen worden omdat je afwijkt van de norm. Dan is er iets aanwijsbaar. En om bij een groep te kunnen horen helpt het als we allemaal hetzelfde zijn. Maar als kind had ik zulke kenmerken niet. Ik zag er normaal uit en was toch geen gevaar voor anderen? Zij waren eerder een gevaar voor mij! Pas veel later ben ik gaan ontdekken wat er voor andere kinderen waarschijnlijk gevaarlijk was aan mij, ook al was dat niet te zien aan de buitenkant.

Een kind doet er alles aan om zijn ouders gelukkig te maken

Het gezin waar ik uit kom was aan de buitenkant een normaal gezin. Vader, moeder, ik en broertje. Mijn ouders hielden van elkaar. Ze hielden van ons en hadden naar onze komst uitgezien. Vader werkte, moeder zorgde voor de kinderen. Mijn vader was een man die graag was gaan studeren, iets met muziek. Helaas voor hem moest hij al jong gaan werken omdat zijn ouders het niet breed hadden. Hij kwam terecht in een middelmatige kantoorbaan waar hij niet gelukkig was. Hij was ook erg gelovig en zei wel eens dat als hij mijn moeder niet ontmoet had, dat hij dan het klooster in was gegaan. Als leider van onze gezinskudde schikte hij in zijn lot omwille van het voortbestaan van de kudde, maar hij is nooit gelukkig geworden. Hij was er wel, maar zijn ziel was afwezig, ver weg. Op plekken waar zijn verlangen hem heen voerde.

Mijn moeder had altijd van een groot gezin gedroomd met een leuke vader die op zondag spelletjes deed met de kinderen. Dat deed mijn vader niet. Zij probeerde hem te compenseren. Haar eigen verwachtingen maakten haar teleurgesteld, en haar zelf gekozen vader-en-moeder-rol frustreerde haar regelmatig, ook al dacht ze dat ze dat niet aan ons liet zien. Als kind ben ik me altijd heel erg bewust geweest van deze gegevens. Ik wilde dat mijn vader trots op me was en deed daarom altijd goed mijn best op school, zodat hij me zou zien: als hij trots op mij kon zijn zou hij zich vast beter gaan voelen. Naar mijn moeder gedroeg ik mij zo zelfstandig mogelijk zodat zij zich niet zo gefrustreerd hoefde te voelen als ze voor mij zorgde. De rollen stonden bij ons compleet op zijn kop. Ik was het “zwakkere dier” dat op de plek van een “sterk dier” terechtkwam zodat ons gezin kon blijven functioneren. In plaats van dat mijn ouders voor mij zorgden, zorgde ik voor hen – een illusie van een 9 jarig meisje.

Hoe kan ik voorkomen dat mijn kind gepest wordt?

Terug naar wat er in de klas, op school, “gevaarlijk” was aan mij. Op school moeten kinderen relaties aangaan. Ze moeten samenwerken, opkomen voor zichzelf, zorg dragen voor elkaar. Om dat te kunnen moet een kind stevig op zijn benen staan, zich bewust zijn van zijn eigen kunnen en vertrouwen hebben in zichzelf. Ik kon dat niet. Ik had dat niet. Ik had innerlijk mijn handen vol aan de situatie thuis waar ik me staande probeerde te houden als de grote volwassene. Ik kon niet zomaar klein worden en gaan spelen, ik wíst niet eens hoe ik kon spelen. Ik voelde me zwaar en voelde zwaar aan voor anderen. Ik begreep het ook zelf niet. Het maakte mij anders, vreemd, zowel in hun ogen als in mijn eigen ogen. Ik was er wel, maar ik was er ook niet. En voor de klassekudde was dat gevaarlijk, het riep onveiligheid op: ik was als een “gat” in de formatie. En wat doen kuddes als ze zich niet veilig of ongemakkelijk voelen? Ze herstellen de veiligheid door het gat op te vullen en het onveilige buiten te sluiten. En zo werd ik tegen wil en dank een pestmagneet.

Als mijn ouders destijds hadden kunnen zien, als ze hadden kunnen kijken naar wat ik aan het doen was… dan hadden ze kunnen ontdekken dat ik zo druk bezig was om hen te helpen dat ik mezelf niet meer kon helpen. Dan hadden zij kunnen ontdekken dat ze veel meer controle hadden over de situatie dan ze zelf dachten. Dan hadden ze hun eigen deel kunnen nemen zodat ik mijn handen vrij had om vriendjes te maken en van me af te bijten als dat nodig was. Let op: dit is geen verwijt. Dit is hoe het werkt met kinderen. Kinderen doen er alles aan om het voor hun ouders gemakkelijker te maken en betalen daarvoor soms een hoge prijs, en dat doen ze met liefde.

Als je je daar als ouder niet van bewust bent dan weet je niet beter. Dan zou het heel aantrekkelijk zijn als je je kind een anti pest prik kon geven waarmee je op voorhand van alles af bent. Maar dan herhaalt het patroon zich eigenlijk: dat wat vreemd, raar of akelig is mag er niet bij horen. Als je wel beter weet kun je ook op zoek gaan naar dat wat er in het gedrag van je kind verborgen ligt als het gepest of buitengesloten wordt. Voor wie of wat in de familie is je kind mogelijk hard aan het werk? Welke positie neem jij als ouder zelf in? Wie is de grote? Wie is de kleine?

Ouder-Kind training Je Kind op zijn Plek

Antwoorden op deze vragen maken we zichtbaar in de ouder-kind-training Je Kind op zijn Plek. Je leert wat je kunt doen om de basis voor je kind te verstevigen zodat het op school zijn of haar mannetje kan staan. Bovendien ontdek je in deze training als moeder hoe je je kind kunt helpen om weer ontspannen en zelfverzekerd naar school te gaan. En hoe je je kind kunt helpen om voor zichzelf op te komen. Ben jij er ook klaar mee dat je kind elke dag met buikpijn naar school gaat en wil je je kind weer gelukkig zien? Meld je dan vandaag nog aan: https://jekindopzijnplek.nl/aanbod/

Heb ik je met dit blogbericht geprikkeld? Had je het zo nog nooit bekeken en was er een AHA-moment? Herken je jezelf of je kind in dit verhaal? Hoe verklaar jij het gedrag van je kind? Of is dit voor jou een ver van mijn bed show? Wil je het hieronder met me delen?

Tenslotte; wil je graag meer waardevolle tips ontvangen die écht werken? Ontvang ze gratis en zonder er iets voor te hoeven doen in je mailbox. Schrijf je in voor mijn E-Book en laat je naam en emailadres achter.

Me Too

Me Too

Als ik mensen vertel dat ik werk met moeders en kinderen die op school gepest worden of buiten de groep staan krijg ik vaak reacties als “wat goed dat je dat doet!” of  “dat zal wel hard nodig zijn!” Een kennis vertelde dat haar man op zijn werk al jaren gepest wordt en dat dat heel naar is. Dat hij eigenlijk van kinds af te maken heeft met pesten en uitsluiting – terwijl ik hem ken als een aardige, bevlogen man en toegewijde vader, niks mis mee.  Een vriendin zei: “ik maak van dichtbij mee wat een impact vroeger gepest worden nog heeft op mijn man nu.” Een juf van school zei: “ik weet hoe erg het is, mijn broer is vroeger enorm gepest en er was destijds niemand die hem hielp”.

Iedereen kent wel iemand die ervaring heeft met gepest worden. Ofwel ze zijn zelf ooit het mikpunt geweest of ze hebben gezien dat een ander de pineut was. Overigens blijkt het getuige zijn van agressie vergelijkbaar traumatisch te zijn met het zelf ondergaan. Iedereen voelt dat er een onzichtbare grens geschonden wordt en dat er onrecht plaatsvindt. Het tast je gevoel van veiligheid aan en dat geeft voor iedereen spanning. En dat is niet fijn. We willen ons fijn voelen.

Zelfs voor daders durf ik te zeggen dat die zich niet veilig voelen – want: waarvoor is het een oplossing dat kinderen die pesten het nodig hebben om zich groter te maken dan ze zijn? In een groep waar iedereen zijn plek heeft en zich waardevol voelt hoef je je niet groter te maken dan je bent. Er zit een behoefte achter. Wat ontbreekt er in de groep? Wat moet opgevuld worden? Wat mag er niet zijn bij het kind? Een groep waar niet iedereen zijn plek heeft ervaart onrust. Het voelt niet veilig. En bovendien is het voor pesters gevaarlijk en onveilig als hun gedrag niet gecorrigeerd wordt: het kind voelt geen grens meer en is all over the place. Innerlijk staat het dan ook niet meer op zijn plek en iets in het kind, op een dieper niveau, weet dat het dat ook niet waar kan maken. Dat is angstig.

Een paar weken geleden toen ik het met mijn moeder hierover had zei ze terloops dat het meisje wat in mijn schooltijd een van de ergste pesters was, waar ik heel erg bang voor ben geweest, kort daarvoor haar vader had verloren door zelfmoord. Haar moeder bleef in shock achter met 3 jonge kinderen en moest in haar eentje verder met het leven. Mijn mond viel open…. Dat heb ik nooit geweten, daar is toen nooit over gesproken. Waarom niet? Wat het te pijnlijk? Ik denk nu: was er bij haar thuis ruimte om bang of verdrietig te zijn, haar papa te missen? Was er iemand die oog had voor haar? Of was het zich groot maken voor haar een overlevingsstrategie? Welk effect had de lege plek die haar vader thuis achterliet op haar? Heeft zij zijn plek ingenomen? Kon zij nog onbevangen kind zijn? En hoe was het voor haar om op school geconfronteerd te worden met een meisje wat wél kwetsbaar was en angst uitstraalde (=ik)? Was zij dader of slachtoffer?

Ik heb 15 jaar gewerkt als gedragstrainer bij de reclassering en een van de cliënten die me altijd bij zal blijven – een man met een indrukwekkend strafblad van geweldsdelicten al vanaf zijn jonge jeugd zei ooit tegen me: “iedere dader begint als slachtoffer”. Ik  heb veel voorbeelden meegemaakt die dat bevestigen. Voor mij horen daders en slachtoffers bij elkaar. En er is nog iets: op het moment dat je dader wordt, word je ook slachtoffer. Je hebt iets beschadigd bij een ander en dat verbindt je aan elkaar. In relaties roept schade een behoefte aan herstel op. Ook al voelt een slachtoffer dat vaak harder dan een dader. Maar zo lang het niet hersteld is blijft het in de lucht hangen. Kijk maar naar de Me-Too beweging in de filmwereld en het uitkomen van sexueel misbruik in de kerken. Jaren, decennia lang hebben mensen rondgelopen met schade. En uiteindelijk moet er iets hersteld worden. Het moet erkend worden. Gehoord worden. Onder ogen gezien worden.

De reacties van mensen, die het zo geweldig vinden dat ik iets met kinderen die gepest worden doe, vind ik zelf wel lijken op de ontlading van de “Me Too” beweging. Het is dezelfde gedeelde behoefte om onrecht te herstellen en schade zichtbaar te maken.  Niet door in een slachtofferrol te gaan hangen, maar door over de onmacht, schaamte en verontwaardiging  heen te stappen en je woede om te zetten in daadkracht (“daderschap”) en te gaan staan.

Pesten en buitensluiten zijn altijd ergens een oplossing voor. De echte onderliggende reden vind je alleen door te willen kijken naar welke waarheid aan het licht wil komen. Wat gebeurt er? Wie staat er niet op zijn plek, thuis, in de klas, bij de leraar, op school, bij de pester, en waarom? Wat is nodig om de veiligheid te herstellen? Wat je als ouder kan doen is dat je je kind gaat helpen om het verhaal helemaal op tafel te krijgen. Zeg dat je het heel fijn vindt als hij of zij het vertelt omdat je hem of haar dan kan helpen en je best gaat doen om het te laten ophouden. Wat gebeurde er, wanneer, met wie, hoe reageerde je kind, hoe voelde het zich van te voren en na afloop. Hou eventueel een dagboekje bij. Als je kind het moeilijk vindt om te praten over wat het meemaakt dan kun je gaan “ondertitelen”. In mijn gratis E-Book leg ik uit hoe je dit kunt doen.

In de ouder – kind training “Je Kind op zijn Plek” (www.jekindopzijnplek.nl/aanbod/)  diep ik verder met je uit wat de onderliggende reden kan zijn dat je kind gepest wordt, tot op tafel ligt hoe jij kan zorgen dat je kind zijn plek op school kan ankeren.

Laat je kind altijd weten dat wat er gebeurd is niet zijn of haar schuld is. Door uit te leggen dat er altijd meer aan de hand is als kinderen andere kinderen pesten en dat kinderen die pesten zich waarschijnlijk ook niet fijn voelen als ze eerlijk zijn, maar dat ze vaak ook niet goed weten waarom ze zulke dingen doen. Dat dat moet stoppen en dat ze daar ook hulp bij nodig hebben en dat dat alleen kan als andere mensen er van af weten. Vertel het verhaal ook aan de leerkracht of contactpersoon van school.

En niet onbelangrijk, vertel als moeder ook jouw verhaal. Een verzwegen verhaal is een bron van angst en schaamte. Als het eenmaal verteld wordt kunnen angst en schaamte niet meer overleven. Want er zullen mensen zijn die je ervaringen begrijpen en die je zullen steunen. Waarschijnlijk meer dan je denkt. Want als jij jezelf toestemming geeft om kwetsbaar te zijn, zul je onbewust anderen uitnodigen om hetzelfde te doen.

Heeft dit bericht je nieuwe inzichten gegeven? Ik nodig je uit om het hieronder te delen. Ben je nieuwsgierig geworden en wil je meer weten over hoe je je kind kunt helpen als het op de basisschool gepest of buitengesloten wordt? Schrijf je in op www.jekindopzijnplek.nl/e-book/ en ontvang regelmatig gratis gouden tips in je mailbox.

 

Mama, ben je een loser als je met een loser speelt?

Mama, ben je een loser als je met een loser speelt?

Vorige week kwam mijn dochter van acht jaar, ze zit in groep 5, thuis met de vraag: mama, wat zou jij antwoorden op de vraag of je een loser bent als je met een loser speelt?

Aha dacht ik. Omgaan met groepsdruk. Ik vroeg hoe ze er bij kwam. Het antwoord was: “nou gewoon…”.  En ik vroeg haar: “wat is dan een loser?“ Nou zo iemand met zo’n brilletje en dan dat ie dan zo kijkt.” “En verder, wat doet die dan?” vroeg ik. Zij: “nou dat weet je toch wel, gewoon…”

Het was me duidelijk dat er zich iets afgespeeld had op school. Iets wat ze niet helemaal kon benoemen maar waar ze zich wel scherp van bewust was dát het er was. Dat je er op de ene manier wel bij hoort en op de andere niet. Het gaat over een zintuig,  wat maakt dat als je voor het eerst een groep binnenkomt, dat je binnen een paar seconden ziet bij wie je wel en bij wie je niet op je gemak staat. Welke mensen zwaar aanvoelen en bij welke mensen je energie voelt. Wie er open staan wie zich afsluiten. Waar je zenuwachtig van wordt en waar je je rustig bij voelt. Waar je wel of niet veel van jezelf kan laten zien of dat je een houding aan moet nemen om er te kunnen staan. Wat je vooral wel en wat je vooral niet moet doen in een groep om er bij te horen.

Dat werkt niet alleen zo op school, maar ook op de sportclub, op de camping, en een werkkring, de buurtvereniging, alle plekken waar je je verhoudt tot andere mensen. Ook in je eigen familie. De een geeft je vleugels, bij de ander is er weerstand, de een geeft je grond en bij de ander voel je je bij voorbaat nooit goed genoeg. Bij de een kun je over alles praten, maar met de ander zijn er duidelijk taboes en dan voel je heel veel spanning. Het is onze systemische antenne die er voor zorgt dat we binding blijven hebben met de groep. Het heeft een functie. Want er buiten komen te staan is bedreigend: dan ben je helemaal op jezelf aangewezen. Dat raakt een fundamenteel overlevingsmechanisme. Daardoor kan het buiten een groep staan voor een kind als levensbedreigend aanvoelen. Het roept doodsangst op.

Ik zei tegen mijn dochter: volgens mij betekent het woord loser iemand die stom is, er niet bij hoort, anders is en geen waarde heeft. Ik zag mijn dochter knikken. En ik vroeg haar: denk je dat losers echt bestaan? Dat er kinderen zijn die geen waarde hebben, helemaal stom zijn en daarom niet mee mogen doen? Mijn dochter moest er even over nadenken en zei toen: “nee, dat denk ik niet. Want iedereen is anders en dat is OK”. En toen vroeg ik haar: “wat zou jij dan antwoorden op de vraag, of je een loser bent als je met een loser speelt?”. Haar schouders zakten. Ze glimlachte, en zei opgelucht: nee…

Het was vooral haar opluchting die iets met mij deed. Want het was duidelijk dat ze zich niet comfortabel voelde met het feit dat er blijkbaar onderscheid bestond tussen losers en niet losers. Want wat ben je zelf dan. En wie bepaalt dat. Dat is voor alle kinderen een hele onveilige aanname. En er gebeurt nog iets anders. Namelijk, dat iemand die het etiket “loser” krijgt dat zelf aanneemt omdat er die angst van dat overlevingsmechanisme op zit. Dat is nog iets anders als dat je zelf gaat geloven dat je een loser bent. Ik wist als kind dat ik niet gek was, maar als ik gepest werd kwam ik in een freeze, ik voelde dan ook geen enkele basis meer om voor mezelf op te komen. Ik was “weg”. Ik probeerde nare situaties zo veel mogelijk te vermijden door me onzichtbaar te maken. Zo ging ik me feitelijk dus ook als een loser gedragen, ik deed niks.

Wat kun je doen als je merkt dat jouw kind het etiket van een loser aanneemt? Laat je kind allereerst veiligheid voelen. Fysiek, masseer de spanning uit zijn of haar spieren. In mijn E-Book staan daarvoor een paar suggesties: https://jekindopzijnplek.nl/e-book/ .

Doe daarna krachtspelletjes, zodat het zijn eigen kracht gaat voelen. Een voorbeeld van een krachtspelletje is “het tijgertapijt”: laat je kind op de buik de grond gaan liggen met de armen en benen uitgestrekt als een sterretje. Laat het zich sterk maken terwijl jij je kind om probeert te draaien (wat dan niet lukt). Daarna probeer je het als het op de rug ligt. En als laatste ga je zelf zo liggen en laat je je kind jou omdraaien. Dat is hard werken. Op deze manier help je je kind bij zijn oerkracht te komen. Die heeft hij of zij nodig om terug in contact te komen met zichzelf.

Een kind met lichaamsbewustzijn kent zijn kracht en voelt dat het geen loser is, zodat je hem of haar daar ook niet meer van hoeft te gaan overtuigen. Stap een is de illusie van de loser te doorbreken door je kind te laten voélen dat het sterk is, meetelt en zijn mannetje staat. De volgende stap is dat je gaat kijken hoe je de school in kan schakelen om veiligheid in de groep te borgen, en hoe je je kind kunt helpen met wat hij in pestsituaties kan zeggen of doen. Daarover weer meer in mijn volgende berichten.

Ik ben benieuwd of dit bericht je inzicht heeft gegeven. Ik ben benieuwd! Zo ja, wil je dat hieronder met me delen? En zo nee, dan hoor ik graag waarom je dit bericht toch bent gaan lezen en wat je graag had willen weten.

In de individuele ouder-kind training Je Kind op zijn Plek leer ik je nog veel meer manieren waarop je de basisveiligheid en het zelfvertrouwen van je kind kunt ankeren met speelse oefeningen. Ook leer je hoe je je kind als het gepest of buitengesloten wordt helpt om zich te uiten en voor zichzelf op te komen. En ten derde is zichtbaar geworden wat je als ouder in het gezin nog meer kan doen om je kind te helpen zijn plek op school in te nemen. Wil jij jouw kind ook op zijn plek hebben meld je dan hier aan: https://jekindopzijnplek.nl/aanbod/

Fijne dag!